Vandaag kregen we een van de belangrijkste dagen van mijn reis voor de kiezen: de presentatie van onze projecten aan de dorps- en regiohoofden, georganiseerd door Satiel en Bright (onze student aan de business school).
Maar voor het zover was moest er nog het nodige ingekocht worden voor de voedseluitreiking aan 50 HIV-besmette mensen. Ze krijgen wel ARVs maar het ontbreekt ze aan de goede voeding om de ziekte niet de boventoon te laten voeren. Bright, onze business student, die in Mzuzu woont en rechterhand van Satiel, had al wel de Likuni Phala (http://www.mmh.mw/what-we-do/likuni-phala) ingekocht. 12,5 kg per persoon maar nog niet de 2 liter zonnebloemolie en 10 zakjes soyastukjes die ze ook nog zouden krijgen. Likuni Phala wordt meestal voor ontbijt gegeten. Het is een met soya en vitamines verrijkt maismeel, lokaal geproduceerd.
Voordat we de auto konden inladen, moesten we bijna een uur wachten totdat de 50 flessen met olie gevuld waren. Ik fluisterde onze businessstudent in dat hij de volgende keer per telefoon de bestelling kan doen zodat het klaar staat als we het op komen halen. Tijdens het wachten toch nog even het dagprogramma af laten drukken. Daarna nog een lading soyastukken de auto inproppen en we konden naar Enyezini toe.
Satiel wees de kortste route aan, maar 12 km. Een leuke weg voor off-road rijden, maar absoluut ongeschikt voor onze keurige Nissan Tiida. Stapvoets, vaak schurend over de diepe erosie-geulen deden we er meer dan een uur over. “Is er geen andere weg?” vroeg ik Satiel. “Jawel, via Ekwendini maar die is 24 km lang en ook maar deels verhard.” “Laten we die dan op de terugweg proberen, zien of het sneller gaat.”
Na 10en naderden we eindelijk het dorp Enyezini, gelegen onder de rotsformatie Jenjewe, een geweldig landmark. Her en der verspreide huisjes van baksteen en glimmende golfplaten. Men produceert zelf bakstenen uit de lokale klei. Deze worden hoog opgestapeld met luchtsleuven ertussen. Als de 3 – 4 meter hoge stapel helemaal bedekt is met 10 cm klei, wordt er een groot vuur onder gebrand, 72 uur lang. Dan zijn de rode stenen gebakken en het dorp weer een paar bomen armer. Gelukkig hoeven ze daar niet heel erg druk om te maken, er staan behoorlijk wat bomen in de omgeving maar ook loert hier de ontbossing. Weer een onderwerp voor village based education. De chiefs weten van wanten. Ze hebben verboden om in bepaalde gebieden te kappen. En een chief tegen zich in het harnas jagen, laat men wel. De chiefs commanderen enorm veel respect in de dorpen. Zo hebben ze ook verboden geiten los te laten lopen zonder herder er bij. Als een onbeheerde geit gevonden wordt, dan wordt deze naar de dichtstbijzijnde chief gebracht en zwaait er wat voor de eigenaar, behalve dat hij zijn geit kwijt is.
Op het ‘schoolplein’ hadden zich al hele groepen verzameld. Men zat in, over het hele plein netjes naast elkaar geplaatste, schoolbanken. Wij moesten in het kantoor van het schoolhoofd komen. We werden voorgesteld aan de aanwezige verantwoordelijken en ik kreeg alvast ieders speech onder de neus geduwd. De speeches bestonden voor en groot deel uit opsommingen van wat er allemaal ontbrak. Ik had niet anders verwacht.
Het feest kon beginnen. Ik werd achter een geel nepbloemstuk geplaatst, als guest of honour. Een voor een kwamen de verantwoordelijken naar voren om hun speech voor te dragen, afgewisseld door een dramastukje van de leerlingen. Al met al best een amusante dag met wel veel ‘opzitten en pootjes geven’.
Het allerleukste vond ik de traditionele dansen die Satiel mooi op video heeft gezet.
Zelfs het allergrootste opperhoofd van het district, Sibande kwam voorbij, ik geloof min of meer toevallig en dat hij overgehaald werd om even zijn gezicht te laten zien. Ik zag een hautain jong ventje van ongeveer 30 jaar oud, ‘statig’ naar onze happening toe lopen. Iedereen stond op en begon langzaam in koor te klappen. De man pakte de microfoon en sprak voor een paar minuten. De toehoorders lachten af en toe, hijzelf glimlachte nu en dan. Toen vertrok hij weer, even ‘statig’ als hij gekomen was, geëscorteerd door twee van de lokale opperhoofden.
Ik vroeg aan Mr. Kaunda, een oudere man, hoofd van de technische school (in wording) of Sibande een wijs man en goed leider was. Hij antwoordde dat dat er niet toe deed, of hij een goed leider was, hij WAS gewoon de leider, zo door zijn stamboom bepaald.
[Men is in Malawi (en vele andere landen, vooral de armere, waar ik geweest ben) erg gevoelig voor status. Als hier de president op stap gaat, wordt hij begeleid door een tiental politieauto’s met zwaailichten. De beste man mengt zich niet met de plebs. Ik vertelde ze dat onze koning en koningin ieder jaar een dag een dienstbare taak op zich nemen en dat onze premier op de fiets naar zijn werk gaat. Ze vielen zowat van hun stoelen in ongeloof (en stiekeme bewondering).]
Het hoogtepunt van de grote happening vandaag was de voedseluitreiking dat als volgt moest verlopen. De village chief Satiel Sibande, pakte de spullen aan, gaf het door aan de chief van de regio (de hoogst aanwezige van het traditionele gezag), die het aan mij door gaf. Ik mocht het dan aan de ontvangers geven. Het werd natuurlijk een rommelzooitje maar het doel werd bereikt.
De aanwezige afgezant van het regionale wettelijke district Mzimba van de overheid, mocht maar een zeer beperkt rolletje spelen. Ik geloof dat de man het ook meer als een plichtpleging zag dan dat ik betrokkenheid zoals de anderen tentoonspreidden bij hem zag.
De chief van de regio, Mbondolo Nkhambule, een oude maar nog vitale man, genoot overduidelijk. Toen de traditionele dansers weer een voorstelling gaven, sprong hij er in zijn te ruim zittend maar keurig driedelig pak, tussen de dansers, pakte een speer van een van hen af en danste vol energie en overgave mee. Geweldig !
In zijn enthousiasme gaf hij mij zelfs een erenaam: Eyebanda, betekend ‘zus van Banda’. Hij kende onze Satiel Banda al die mij vandaag meegenomen had, dus zag hij me als zijn zus. Best hoor. Ik dankte hem voor de verleende gunst. Iedereen vond het een prachtig idee.
Na het hele gebeuren, werd ons select groepje weer naar het kantoortje van het schoolhoofd gelootst. Het was inmiddels ruim over tweeën. De dames van de geitengroep hadden de hele morgen hard gewerkt. Twee geiten waren geslacht en klaargemaakt. Er was voor ruim 200 man gekookt. Zima natuurlijk (de maiskoeken), rijst, geitenlever, geitenvlees en kipstukken werden in overdaad geserveerd. Ik vermoed dat ons groepje van leiders beter bedeeld werden dan de mensen buiten.
Mr. Kaunda, wilde me dolgraag zijn school laten zien. Vlakbij de primary school van het dorp, zo’n 2 kilometer van de secondary school, was door een of andere organisatie een best ruim gebouw neergezet. Tenminste….het karkas stond er en het geld was op. De vloeren, hang-en sluitwerk, stucwerk, water en stroom ontbraken). Of wij het af wilden bouwen zodat zijn vocational training (ambacht) school de minder academisch aangelegde jongeren een vak kon bijbrengen.
Ik heb geen beloftes gedaan, behalve dat ik het voor zou dragen aan het bestuur.
Het was een mooie dag.