Als ik de keuken binnenkom, laten kleine Zion en Leo trots hun nieuwe t-shirts zien. “Merry Christmas”, zeg ik vrolijk en pak Zion van bijna twee op. Het snoetje met de blonde krullen straalt. Noah vraagt of ik de puppy heb. Ik kan niet anders dan schuld beamen. Ik vraag of ik de puppy mag verzorgen. Hij vindt het goed. Doet er voor mij niet zoveel toe om welke reden hij toestemt, Sika is voorlopig verzekert van meer aandacht dan hij tot nu toe in zijn leventje heeft gehad. Dat hij de betonvloer in mijn kamer bepiest, neem ik voor lief. Ik mag wat van het afkoelende hondevoer meenemen. Er zitten kleine visjes tussen de nsima.
Er is geen melk meer, er is eigenlijk niets meer in huis. Niet voor Sika en niet voor een ontbijt. Alleen havermout met water en een beetje appelsap.
“Ik heb de laatste twee dagen niets in het huis gedaan”, zegt Milla. Ze was op hun farm, mais planten.
“ Heb je wel geld om nog eten te kopen?”
“Ja ja, I have.” Dat moet ook wel want ik heb haar de hele kamerhuur al gegeven.
De ghettoblaster speelt alweer, zij het niet zo hard als vannacht.
De jongens zijn laat. De slager heeft zeker ook gefeest vannacht. De 185 bestelde pakketten waren niet om 8 uur klaar zoals beloofd. Tja, Afrika…
We nemen de draagbare versteker uit mijn koffer mee en 100 ballonnen, bedoelt om het feestgevoel te verhogen.
Al heel wat mensen hebben zich verzameld in het grootste gebouw van het dorp, de CCAP kerk.
“Dit is jouw ingang”, wijst Bright,“en die is voor de mannen.”
Gendergelijkheid is nog heel erg ver te zoeken in heel Afrika, notabene in de afgelegen, arme dorpen. In de grote steden lijkt een verbetering te komen. Goed opgeleide vrouwen (vaak met hulp van een of andere organisatie) met een zelfstandig inkomen, willen niet meer trouwen, volgens Bright.
Het wachten duurt lang. Iemand is begonnen met ballonnen opblazen. Ik blaas mee en geef een paar vrouwen een ballon om op te blazen. Ja, daar heb je stevige longen voor nodig. Ze vinden het wel lollig. Ik krijg de opgeblazen ballonnen terug om er een knoop in te leggen.
Z
De klerk van de kerk is gooit een klosje touw over de balken en knoopt er ballonnen aan. Ik pak een stoel om op te staan en knoop mee. Dat ik van alle kanten bekeken word want men heeft toch niets anders te doen op het moment dan wachten, deert me niet. Ik ben sowieso een bezienswaardigheid in het dorp. Daar wen je aan ook al voel ik me soms de koningin van Engeland, wuivend naar de mensen zonder contact te kunnen maken.
Bright had voor vandaag een draaiboek gemaakt. Prima, het is jullie feestje, komt vast wel goed (en zo niet, het blijft leuk). Ik loop nog een paar keer naar buiten, maak foto’s van een schattige drieling,
Ik installeerde meegenomen draagbare oplaadbare iDance luidspreker met microfoon, babbel wat met SureSure-kleermaker (zijn stopwoordje) en maak nog een paar foto’s van alle mensen en van de 10 belangrijkste chiefs.
Ik beloof ze ieder een printje er van. 1 belangrijke chief mag niet naarbinnen, hij is dronken.
Met name Suzen, onze H2LDC-secretaris en Tamara rennen overal rond, houden alles in de gaten, werken super hard. We zijn heel blij met allebei, vooral met Suzen. Ze is ijverig, slim en weet goed haar verstandige mening over het voetlicht te brengen. Bright en Satiel lopen zich ook de benen uit het lijf. Ephraim kan er niet bij zijn, hij is naar de begrafenis van zijn neef. Begrafenissen gaan voor alles en iedereen, en de hele familie spendeert letterlijk alles wat het heeft, zich vaak diep in de schulden stekend, voor een eervolle begrafenis van de overledene.
De ceremoniemeester zou Mwase zijn. Eindelijk komt hij opdagen. Geen idee wat hem zo vertraagd heeft. De ene na de andere spreker komt. Hijzelf is het langst aan het woord. Hij somt op wat Honour 2 Life allemaal gedaan heeft in het dorp. Mmm, hoeft voor mij niet zo, ook al zie ik wel in dat de gemeenschap het moet weten om goodwill te kweken. Ik moet ook wat zeggen. Ik houd het kort. De mensen hebben al zo lang gewacht, ze hebben trek.
Een goed geklede vrouw komt binnen. Ze blijkt lijsttrekker voor de MCP, de licht conservatieve Malawian Congress Party, voor dit gebied te zijn. Ze is dus gewoon op werkbezoek, stemmen vergarend. Dat blijkt wel wanneer ze aan het woord is. Praten kan ze.
De bijeenkomst wordt verstoort door de komst van knettergrote luidsprekers die besteld waren. Niemand vangt de jongens op om te zeggen dat ze even moeten wachten. Dus beginnen ze maar de boel naar binnen te dragen. Mwase praat gewoon door, ze negerend. De aandacht van het publiek is volledig afgeleid.
Dan een nog grotere verstoring. Flesjes frisdrank worden uitgedeeld, een traktatie die menigeen zich bijna nooit kan veroorloven. Nu staat Mwase echt tegen het luchtledige te praten. In mijn ogen, als ceremoniemeester had hij beter even de uitdeling stop moeten zetten ofwel een pauze in kunnen lassen. De chaos is compleet, Mwase praat door. Ik vind het hilarisch. Dit is Afrika. Later vertelt Bright dat de flesjes waren gedoneerd door iemand uit Emsezini. Wij hadden totaal vergeten drinken te organiseren. Ik wil er nog het fijne van weten, later.
Eindelijk gebeurt waar iedereen op wacht. De voedselpakketten worden voor het podium opgestapeld. 185 zwarte plastic zakken is een heleboel.
Volgens ‘voorschrift’ pakt Bright een zak, geeft die aan regiochief Mbondolo Nkhambule die braaf naast me is komen staan. Hij geeft het aan mij en ik geef het aan de ontvanger. Zo doen we de eerste vijf zakken. Daar moeten foto’s van worden gemaakt (of filmpjes, weet ik veel).
Daarna komt ieder wiens naam door de luidspreker wordt geroepen, naar voren.Onze committeeleden reiken ze aan. Ze hebben het er te druk mee, ik ga meehelpen. Ik geloof dat men dat prima vindt. Een paar flessen olie zijn niet goed dichtgedraaid, dat geeft een kliederboel maar we gaan door. Iedereen reageert anders. De een pakt zo snel mogelijk de zak aan en draait zich gauw weer om, de ander lacht breed als ze het aanpakt (er zijn meer oude vrouwen dan oude mannen), een derde wil me nog stevig de hand schudden, een vierde doet voor dat het haar grootste recht is een zak te ontvangen, een vijfde….. Na op het eind nog een lichte chaos, heeft toch ieder die er voor in aanmerking kwam, ouderen, zieken en invaliden, een zak. De jongens waren zo wijs geweest om twee reservezakken achter de hand te houden. Het vlees in de zakken ruikt al. Ik zeg tegen Bright dat hij moet zeggen dat men het vlees absoluut vandaag nog klaar moet maken. Dat doet hij. Achteraf vertelt hij dat men dat toch wel gedaan zou hebben. Het is hun super bijzonder kerstmaal, rijst met vlees, in plaats van de eeuwige saaie nsima met bonen. Ik word er blij van, te weten hoelekker deze mensen, wiens leven zo ontzettend zwaar is, zich volzullen eten en genieten.
Hoewel…ik had ook een zak aan de vrouw van Mbondolo gegeven. Hij is zo ongeveer de rijkste man in de regio. Ik vraag aan Bright hoe dat kan. Na navraag zegt hij dat een heel oud familielid, te oud om zelf te kunnen komen, in Mbondolo’s huishouden woont. Mmm, dat was niet helemaal de bedoeling, maar ik laat het maar gaan. Niet wijs om de regiochief terecht te wijzen. Eigenlijk verwacht ik van zo’n man de grootsheid om het voedselpakket af te wijzen, ten bate van iemand in het dorp die het echt moeilijk heeft. Dat zou zeker zijn status nog meer verhogen. Maar het ‘pakken wat je pakken kan’, zit toch teveel ingebakken.
De lunch is eindelijk klaar. Ik word opgehouden door een beschaafde vrouw en haar dochter, duidelijk netjes aangekleed voor de gelegenheid. De dochter heeft me iets te vragen. Ze gaat naar de Universiteit van Livingstonia, heeft de eerste zes maanden achter de rug van haar studie ‘voeding en voedselzekerheid’. Ze zoekt een sponsor, anders kan ze haar studie niet voortzetten.
Au, dat doet pijn, ik moet haar teleurstellen. Onze slinkende fondsen moeten we spenderen aan het ontwikkelen van de ambachtschool zodat heel veel studenten er profijt van kunnen hebben. Ik bied haar daar een plaats aan, ook al is ze te hoog gekwalificeerd daarvoor. Terwijl ik het uitleg, zie ik tranen in haar ogen verschijnen, zo teleurgesteld is ze. Ik sla mijn armen, onafrikaans om haar heen en probeer haar te troosten, neem er even rustig de tijd voor. Moeder staat er ook verslagen bij. Honour 2 Life was hun laatste hoop. Ik weet dat het een grote klap voor ze is. Het arme kind en de moeder weten nu niet hoe ze de eindjes aan elkaar moeten knopen. Er zijn nog twee schoolgaande kinderen en moeder is weduwe. Vreselijk voor ze. Ik weet dat ik me niet mag laten vermurwen, er wachten nog heel veel jongeren op een opleiding.
Ik moet helaas verder.
Ik word naast de politieke dame geplaatst voor de lunch, Bright heeft zijn subtiele talenten. Ja goed, we willen graag met elkaar praten. Een rijtje van vier belangrijke mensen, de dame, ik, Satiel enWiseman zitten tegenover ‘de klas’ van chiefs en vertegenwoordigers, allemaal mannen in, voor de gelegenheid, zwarte pakken, wel een 60-tal. Regio chief Mbondolo en twee andere hoge piefen zitten voornaam vooraan, aan de zijkant. De vrouwen van onze H2LDC hebben gekookt en bedienen nu. Eerst kan iedereen zijn handen wassen onder het straaltje uit het voorgehouden kopje. Iemand anders vangt het waswater op in een emmer. “Taonga”, dank je wel. Ik wil mijn waardering tonen voor hun dienstbaarheid. Tamara glimlacht.
Mijn geit en nog een andere zien het levenslicht niet meer, net als een goed aantal kippen. Drie grote emmers met nsima en heerlijke koolsalade hebben de vrouwen klaargemaakt. Ik zal ze donderdag, onze volgende bijeenkomst, een flinke pluim in de hoed geven.
Madame Catherine Gotani Hara bevestigt dat de mensen in het gebied rond Enyezini, onder de internationale armoedegrens moeten leven. Edward Kaunda had me in april verteld dat de gemiddelde inwoner hier minder dan een USdollar per dag verdient, en dat zien we ook. Ze is verheugt te horen waar we mee bezig zijn, dat we een integrale aanpak nastreven. Als ze na de lunch vertrekt, nodigt ze me uit haar nog een keer te spreken in Mzuzu. Lijkt me niet verkeerd.
Nu alle dorpsnotabelen bijeen zijn, nemen Wiseman en ik onze kans waar om ze uit te nodigen het tracee van de voorgestelde wegverlegging te lopen. Mbondolo haakt af (vanwege zijn leeftijd of omdat hij het niet zo belangrijk vindt, hij heeft zijn fiat al gegeven en verordonneert dat er pas na de oogst mag worden gegraven) en met een man of acht lopen we over de nu aangeplante velden, tussen de richels door, de bijna rechte route van zo’n 800 meter die de dorpskern en de ambachtschool (en alles wat daar achter ligt) linea recta met elkaar zal verbinden, langs de basisschool. De chiefs knikken instemmend. Mooi, die buit is binnen. Dan lopen Wiseman en ik, en de kleine chief van Chimbonbondoga village waar ik nog niet geweest ben maar wel binnen Enyezini gebied valt, het nog te plannen tracé voor de kerk. Die is wat lastiger maar gaat wel lukken. Een paar toiletten moeten sneuvelen en wat meer grond verzetten maar dan zal de huidige hoofdweg een smalle weg kunnen worden, uniek te gebruiken voor toegang tot de basisschool. Dan kunnen pas de anti erosiemaatregelen goed toegepast worden. Stiekem ben ik blij dat we dit voor ons uitkunnen schuiven. We komen bij lange na niet klaar met de stap voor stap bestrijdingsaanbevelingen voor de paar scholen die we bezocht hebben. Laat staan voor alle 12 scholen in Enyezini School Zone –dat is groter dan het ‘civiele’ Enyezini gebied.
Bij de ambachtschool is het een herrie van jewelste. De grote geluidsboxen knetteren op maximum. Het staat zwart van de mensen er voor. Men joelt en juicht. Eindelijk kunnen we meegenieten. Zijn de traditionele dansers er al of nog steeds?
Bright is ceremoniemeester. Hij leidt een danswedstrijd. Een paar jongeren kunnen om de beurt hun danskunsten laten zien op het ‘podium’ tussen twee pilaren van de school. Het publiek kiest de beste. Het is lachen. Jonge mensen dansen zich in het zweet. Het publiek, het hele dorp zo ongeveer, is super enthousiast. Iedereen lacht en geniet. Zelfs als het na vijven begint te regenen, blijven de meesten doorgaan.
Het wordt toch tijd om te vertrekken. Bij de auto staat Steffi, Masozi’s moeder. Ze houdt een jongetje vast.
“Christopher, van Masozi”’ zegt ze trots.
“Ah, jij bent dus gogomama”,wijs ik ontdekkend naar haar.
“ja, ja”, lacht ze, het jochie tegen zich aandrukkend dat met zijn grote ogen mij aanstaart, “ik ben oma.” Ik kijk haar kleinzoon waarderend aan. “Knappe jongen”, daarmee het hart van oma veroverend.
Van de traditionele dansers heb ik niet echt veel gezien. Een klein groepje min of meer verklede mannen en jongens, deden een zwakke poging. Maar goed dat de door mij uitgenodigden andere dingen zijn gaan doen. Allicht zouden ze teleurgesteld geweest zijn.
Voorons is het een topdag geweest.