8 december. Erosie

Jaaa, het luchtbed heeft het voldoende gehouden. Ik denk dat er een miniem lekje in het ventiel zit. Ik kan er mee leven. Ben toch van plan het ding hier te laten om het voor de volgende keer in mijn eigen huisje te gebruiken.
Ben niet goed uitgerust. Het is doodnormaal in Malawi om tot diep in de nacht naar muziek te luisteren. Ramen en deuren zijn altijd zo lek als een mandje. Buren moeten maar watjes in hun oren doen. Zodra het helder daglicht is, rond 6 uur ben ik wakker.

Milla vertelt van een blanke Zuid Afrikaanse vriend die aangevallen was door rovers. Zijn arm moest, met spoed, geopereerd worden.
“De dokter is er morgen weer”, kreeg hij van het ziekenhuis te horen.
De volgende dag: “de dokter is er nog niet, kom morgen maar terug.” Ze hadden geen idee wanneer de arts er weer zou zijn. Om zijn arm te redden is hij naar het vliegveld gereden, naar Zuid Afrika gevlogen en lag dezelfde dag nog op de operatietafel. Als je geld hebt en je weet van wanten, kan je dat doen. De meeste Malawianen zouden hun arm hebben moeten missen of misschien zelfs wel hun leven in zo’n situatie.

Ik krijg van Milla het nummer van Jurgen, een Belg die auto’s van onder tot boven kan ‘doorlichten’. Je krijgt een rapport van hem wat er aan het vehicel mankeert. Ik vermoed dat deze auto niet helemaal zuiver is. De versnellingsbak schakelt niet lekker soepel, de wielophangingen piepen en ook de remmen nog steeds.|
Ik krijg ook het nummer van ‘Supreme re-usable sanitary pads’, gevestigd in Nkata Bay. Een organisatie die herbruikbaar maandverband maakt en vermarkt. Kijk maar op suprememalawi.com

“Satiel, weet je van deze diepe kras langs de hele zijkant van de auto?”, vroeg ik hem gisteren.
“Waar?” antwoordde hij bezorgd.
“Nou kijk, hier. Er is langs scherpe takken gereden. Die krijg je er niet meer uit“ De kras was duidelijk zichtbaar van voor naar achter langs de hele passagierskant in de zwarte lak.
Zwarte auto in heet Afrika, lekker handig 🙁
Hij wreef erover met een beetje spuug. “Dat krijg je er echt niet meer uit hoor” zei ik.
“Ik denk het wel”, was zijn antwoord.
Nou, hij heeft gelijk gekregen. Op de plaats van de kras ligt nu een 50 cm brede doffe schaduw. De kras is weggepoetst met een metalen schuursponsje. En ook op andere plekken is de lak hiermee behandelt.
“Dat doffe komt er in de wasstraat af, heeft de autopoetser gezegd.”
“Nou vergeet het maar, de auto is verknoeid voor altijd”, zeg ik. Ik ben kwaad over dat soort knullige stommiteiten van onwetende ‘professionals’. Zó herkenbaar in Afrika. De Afrikanen halen hun schouders op in onmacht als hun dat overkomt. Dat schijnt er bij te horen. Ik ben een andere mening toegedaan!! Het is pure stommiteit of verkeerde over-ijverigheid, niet verder nadenkend dan hun neuzen. Zelfverantwoording? Is dat geen vies woord dat je niet uit mag spreken?? Satiel is soms ook zo dom, vreselijk naïef en als het makkelijk kán…..%^&*() alsof hij een jonge tiener is, nog nat achter de oren. Hij is nog wel plooibaar maar of hij ooit wordt wat er van hem verwacht wordt???

We gaan op erosiebestrijdingspad. Volgens Satiel zijn de scholen op de hoogte van ons bezoek, ook al is het zaterdag. We weten al dat de aarde standaard bloot en kaal om scholen heen ligt, willig slachtoffer van waterstromen.
Als eerste het afgelegen dorp Emazinyeni. We moeten een half uur wachten eer de deputy uit het veld geplukt is en zich omgekleed heeft. Het schoolhoofd is er niet en de deputy weet van niks. Dan komt een iets jongere leraar, ook gewassen en omgekleed er bij. We hebben al gezien dat erosie niet hun allergrootste prioriteit is. We doen ons verhaal. “O ja, we willen graag meedoen want in het regenseizoen loopt mijn huis bijna altijd onder”, zegt de deputy. Mooi, da’s voor ons een meevaller.
Er gaan 400 kinderen naar deze school, die onderwezen worden door 8 onderwijzers. Dat is ook niet de slechtste verhouding.
De grootste uitdaging voor hun is de waterpomp. De Afridevpomp, de meest gebruikte pomp in Afrika van Indase makelijk, heeft het een maand geleden begeven na 19 jaar trouwe dienst aan 1000 gezinnen. Nu moeten sommige vrouwen tot een kilometer lopen met 20 liter water op hun hoofd. Onderweg zag ik zelfs een meisje van hooguit 12 met zo’n gigantische emmer op haar hoofd.


Ik beloof dat we een water expert zullen sturen die ze kan helpen met een erosieplan en allicht een beter idee heeft wat er aan de hand is met de pomp. Het overgrote deel van deze pompen in Afrika liggen stil, puur door gebrek aan onderhoud. Meestal is het probleem goed te verhelpen, maar ja, dan moet het wel gedaan worden. Deze school heeft mazzel dat wij de boel nu in gang zetten.
Voor de erosie bestrijding zullen ze ook jonge boompjes moeten krijgen/kopen, en gras. Ze beloven alvast stevige zakken en stenen te verzamelen.

Dorp 2 is Echlekweni (ejgjl-ek-wé-nji)
Aha! We zien al tekenen van een tuinaanleg.

Witte kalk was overhaast beklad op stenen langs nieuwe borders gelegd. Men had al gehoord van de competitie. Hoofd van de school is ook hier niet aanwezig. We kijken wat rond. De school ligt tegen een lage, best steile heuvel. Erosiesporen overal zichtbaar. Slecht onderhoud van de gebouwen ook.

Kinderen krijgen les, zittend op de grond. Al het meubilair is kapot. Dat wordt een uidaging voor onze ambachtschool.

Je ziet het goed, dit is een van de schoolborden. De onderwijzers maken nu gebruik van een whiteboard dat veel te klein is voor een klas met 100 leerlingen (of meer).

We worden na een tijdje ontvangen door 2 leraressen die nog weinig weten. Ze kijken niet al te snugger uit hun ogen en ik haak al bijna af. Toch maar in het kort ons verhaal gedaan. De mensen in dit dorp hebben het niet makkelijk. De enige pomp geeft maar een miezerstraaltje water, veel te weinig voor het hele dorp. Water over voor tuinbesproeiïng is er niet.
SMART Centre moet hier zeker goed advies uitbrengen. Wij sturen de waterexpert, zij verzamelen stenen en stevige zakken. Deal!

De derde school staat in Emsezini.
“Hee, stop es even? Dat zijn verhoogde latrines?” Ik stap uit en zie ‘Ecosan 2010’ in het beton gekrast. Ik herken het stysteem. Prima concept. Je kan op de poepdoos gaan zitten nadat je en trappetje bent opgegaan. De uitwerpselen worden opgevangen in een bak boven de grond. Een identieke bak staat er naast. Is bak 1 vol, dan poept men de tweede vol. Tegen de tijd dat bak 2 vol is, is de eerste voldoende gerijpt om als prima landbemesting te gebruiken. Zo blijf je steeds maar afwisselen.
De houten deuren van de twee Ecosans hangen er treurig bij.

De toiletten worden niet gebruikt. “waarom niet?” vraag ik het hoofd van de school die inmiddels aangekomen is. Het antwoord blijft onduidelijk. Dat het komt omdat de deuren door de termieten zijn opgegeten, geloof ik niet.
Er naast staat een door Unicef gebouwde latrine met 12 poepgaten. De ruime tussenruimte ligt vol met kapotte schoolbanken.
Ik probeer wat kritische vragen te stellen. Het hoofd antwoordt met wat hij denkt dat we willen horen. We hebben niets aan die vent maar hij wil wel meedoen met de erosiewedstrijd. Ik hoop niet dat het trekken aan een dood paard wordt.

We rijden naar het nieuwe huisje voor Anna. Ze zal er blij mee zijn, stukken groter dan haar oude krakkemikkige huisje. Het had al lang af kunnen zijn, alle materialen zijn aanwezig. De community die zand, stenen en arbeid zou toeleveren, laat het afweten. Haar ‘kantoor’ is nu opslagruimte onder de sterren, zoveel gaatjes zitten er in het golfplaten dak waar de zon fel doorheen schijnt. Er liggen zakken zaad. Ik hoop dat die met de aanstaande regens niet nat worden. Dat kan het zaad aan doen zetten tot ontkiemen zonder zover te kunnen komen, wat de kwaliteit sterk doet verminderen zodat het niet meer wil ontkiemen als het in de grond geduwd wordt. Natte zakken kunnen ook beschimmelen. Iedereen weet het maar een stuk plastic over de zakken heentrekken? Echt niet.
Er is een overheids community centre in dit dorp dat volgens Satiel en Bright een flop is geworden. We rijden bijna een groepje beschonken jonge mannen omver.
Het ontbreekt aan goed leiderschap in dit dorp.


Het volgende dorp waar ik nog nooit geweest ben, is Mwenje. Ik schrik van de geulen in de afslag naar het dorp toe. De regens van afgelopen dag hebben het al bestaande gat naast de weg verergert, dreigend dit dorp en de dorpen die er achter liggen, af te snijden.
Mwenje beschikt over een basisschool 325 leerlingen, 2 onderwijzers en 2 assistenten. De overheid betaalt het salaris tussen €100 en tops €400 per maand van de onderwijzers en de gemeenschap geeft een aalmoes aan de assistenten. Natuurlijk heeft men ook hier met erosie te kampen, maar niet erg ernstig.

We vertellen van de wedstrijd. Het schoolhoofd is enthousiast of doet in ieder geval alsof. Hij lijkt me geen slechte vent. We zullen zien. We beloven een erosie expert langs te sturen. Hij gaat stenen en zakken verzamelen.
We vertellen van de dreigende afsnijding. We nemen hem mee. Het hoofd is onder de indruk van de ravage. Hij gaat het met de chiefs overleggen.
De oplossing lijkt niet zo moeilijk maar vergt wel mankracht met scheppen, zakken zand en inzicht.

Onze magen beginnen te rammelen. Satiel heeft ervoor gezorgd dat de moeder van Milica, een van onze afgestudeerde studentes, lunch voor ons maakt.
Ze woont buiten Enyezini. We zijn er bij de vorige trip al een keer geweest. Ik herken Milica en haar vader. Dan komt haar moeder aanlopen, haar dochter lijkt sprekend op haar. “Hello Milicamama”, begroet ik haar. Haar altijd brede lag wordt nog breder. “Yes, yes, Milicamama. Kom, kom”, gebaart ze ons. We lopen in ganzenpas tussen de klaarliggende veldjes het heuveltje op waar een paar huisjes staan. In het kleine kamertje met oversized fauteuils staat op het salontafeltje in het midden de maaltijd, keurig in afgedekte geïsoleerde schalen, op ons te wachten. Milicamama bidt de zegen uit. Dan pakt ze de klaarstaande waterkan-en-schaal en giet om de beurt water over ieders handen zodat ze zich ermee kunnen wassen. Dan verdwijnt het vrouwvolk van het toneel. De achtergeblevenen kunnen zich aan de maaltijd tegoed doen. 2 kippen hebben voor ons het loodje gelegd. Wanneer iedereen voldaan is, komen de vrouwen afruimen.
“Milica, kunnen we strakjes nog even praten? Kom maar wanneer je klaar bent.”
“ok”, antwoordt ze. Van haar gezichtje valt af te lezen dat ze het best eng vindt direct met mij te praten maar ze houdt zich stoer.
“Hoe gaat het nu met je? Je bent geslaagd voor het staatsexamen, gefeliciteerd. Goed gedaan. Heb je nog verdere plannen?”, vraag ik haar nadat ze in de stoel naast me geplofd is.
Ze doet zich verlegen voor terwijl ik weet dat ze best een brutaaltje is en heel goed haar mondje weet te roeren.
“Ik wil naar de landbouwschool, dat kan ik met mijn cijfers doen.”
“Ik begrijp het maar vroeger was je eerste keus leraar worden of verpleegster. Wil je echt landbouwschool doen? “
“Dat kan ik met mijn cijfers doen.”
Of ze het echt wil, komt nicht im Frage. Haar cijfers zijn niet goed genoeg voor leraar of verpleegster. Ze kan weinig anders meer.
“Toen we begonnen met je te sponsoren, was je een van de beste van de klas. Wij dachten dat Milica wel zou kunnen doorstuderen voor dokter. Je was echt goed. Maar je cijfers zijn alleen maar achteruit gegaan. Waardoor kwam dat? Kan je dat vertellen?”
Niet dus. “Met mijn cijfers kan ik landbouwschool doen.”
“En daarna? Trouwen?”
“Ja trouwen (lees: kinderen krijgen)”.
“Doe maar rustig aan met trouwen, dat kan je je hele leven nog doen. Lekker vrij en zelfstandig zijn is heerlijk. Kijk maar naar mij”, fluister ik samenzweerderig van vrouw tot vrouw haar toe. Ze lacht me verheuld begrijpend toe.
“Eerst landbouwschool, dan werk vinden en dan trouwen”, zegt ze redelijk resoluut.
“Weet je precies hoe lang de opleiding duurt en waar de school staat en wat je studieonderwerpen zijn”
Ze schudt haar hoofd. De lieve meid is echt niet proaktief. Aan consumenten heeft het dorp niet veel. We zoeken nu nog zoveel mogelijk voortrekkers.
“Lieve Milica, je weet dat wij, als organisatie, het dorp Enyezini ondersteunen. De gezamelijke gemeenschap heeft in deze beginfase, nog voorrang boven de individu. Het gaat me aan het hart je te moeten vertellen dat wij geen drie jaar landbouwschoolvoor je gaan bekostigen. Die school is in Lilongwe, dus moet je daar ook een kamer huren waar jijzelf geen geld voor hebt. Ons gaat dat boven de pet. Je kan wél een korte praktijkcursus volgen die je moeder ook heeft gedaan. Daarmee kan je snel in je eigen onderhoud voorzien. Zou je dat misschien willen?”
Ze twijfelt. Dit had ze niet verwacht maar ‘nee’ zeggen kan in haar cultuur eigenlijk ook niet. Ze zit een beetje vast.
“Weet je wat? Maandag gaan we langs alle boeren die zo’n cursus hebben gevolgd. Je kan wel met ons mee die dag. Kan je zien of het je wat lijkt. Zou je dat willen?”
Ja, dat lijkt haar wel wat. Ik denk dat ze meer kikt op het meerijden in de auto met die belangrijke mensen dan het doel, maar we spreken af dat we haar ‘smorgens op komen halen. Ze is weer opgemonterd.

We nemen afscheid. De basisschool van Enyezini staat nog op het programma.
Als we er in de buurt komen, zien we dat er op het schoolterrein al heel wat veranderd is. De in april nog rondslingerende stenen, zijn grotendeels weg en keurig langs perkjes en paden gelegd, netjes witgekalkt. Ook al is het zaterdag, het hoofd geeft nog les aan een groepje leerlingen. Ons gesprek verloopt positiever en inhoudelijk beter dan in april. Ik beloof de erosie expert langs te sturen. Ze hebben een begin gemaakt met waterbeheersing maar het hellende terrein voor 900 leerlingen met aangrenzend de grote CCAP kerk, is groot. Een goed plan is onontbeerlijk.
We hadden “young chief” opgepikt onderweg. Hij is met een krediet een boomkwekerij van acacia’s begonnen. Hij zegt 200 boompjes toe aan de school. Geweldig. Dit verheugd me enorm, het is een van de eerste tekenen die ik zie, dat men toch om elkaar geeft.
Blij met het reeds behaalde resultaat en hoopvol dat de primary school een goed einde zal kunnen maken aan natte voeten, diepe geulen en onbeheerst voetgangersverkeer op het terrein, rijden we naar de CDSS.

De Community Day Secondary School van Enyezini heeft eigenlijk dit hele project in april aangezwengeld. Een paar lerarenhuisjes dreigden bij volgende slagregens in een oprukkend erosiegat te vallen. We hebben toen de hulp van SMART Centre ingeroepen. Aaron, afgestudeerd student waterbeheer, heeft ze precies vertelt wat ze moesten doen om de erosie tegen te gaan en het water te beheersen. Wat hebben die beste leraren gedaan? Alle zakken die we vorige keer hadden gedoneerd, zijn keurig met zand gevuld en in twee rijen in het laatste, diepe gat neergelegd. Zeker wel wat Aaron had gezegd maar toch is dat het paard achter de wagen spannen. Ik ben intussen zover dat ik weet dat anti erosiemaatregelen bij het hoogste punt moet beginnen om aan het eind niet die diepe gaten te krijgen. Er zijn bovenloops wel wat kleine erosiemaatregelen genomen, nog ten ene male onvoldoende. Er is een begin gemaakt met perken aanleggen. Misschien kunnen ze het alleen af maar als Aaron tijd over heeft, kunnen we vragen of hij hier toch nog een keer langs komt.
Ik heb beste deputy gezegd dat het misschien noodzakelijk is om de zakken uit het gat te halen om bovenloops te gebruiken waar ze veel effectiever kunnen zijn. We zullen zien.
Dankzij Plan International hebben ze nu 3 verhoogde tanks van elk 5000 liter water. Daarmee worden de nieuw aangelegde tuinen bewatert. De kool groeit goed, bemest met geitenpoep dat nu in ruimere mate aanwezig is en ik begrijp dat het hele dorp van de oogst mag meeprofiteren. Goed bezig!! Tweede bewijs van om elkaar geven.