27 april, demonstratiedag

Het hele land is in de ban van de aangekondigde demonstratie vandaag. Men is de overheid zat. Er moet een eind komen aan corruptie. Het ene na het andere schandaal van fraude van biljoenen kwacha’s (miljoenen euro’s) in de hogere echelons komen regelmatig aan het licht. Men wil werk, opleidingen en een eind aan de armoede.

Malawianen zijn vreedzame en hardwerkende mensen. De laatste !!! landelijke demonstratie was in 2012. Toen vielen er een 20tal doden in Mzuzu omdat de politie met scherp schoot en er waren plunderingen geweest. Men is bang voor herhaling. Ik vermoed dat de plunderingen vooral gepleegd zijn Tegen half 10 begint het geluid aan te zwellen. Ik ga poolshoogte nemen. Op de hoofdweg lopen een 500 man (vooral jonge mannen natuurlijk, voor het merendeel van de universiteit, de verandering begint bij de jeugd), meest in rode t-shirts, leuzen te roepen met hooggeheven protestborden.
“Madam, loopt u met ons mee? U mag mijn shirt aan”
“Nee maar ik vind wel dat jullie helemaal gelijk hebben. De regering doet helemaal niets voor de mensen.” De student kijkt blij. “Thank you dat u het met ons eens bent.”

De ME, tot de tanden bewapend, rijdt achter de stoet aan. Hun aanwezigheid voelt bedreigend aan.

Bij de Shoprite rotonde haak ik af en loop naar Noa’s winkeltje. De markt is verlaten, alle kraampjes en winkeltjes zijn dicht. Noa’s curiositeitenwinkeltje ook. Hij komt ook net aan van het demonstratiekijken. Op de ‘gevel’ prijkt een bord ‘WE ARE EXPARTS’ met daaronder ‘DREADS ‘ en een bord ‘BABYLON CANNOT STUDY RASTA’. “Wat zijn dreads?”, vraag ik hem. Hij wijst naar zijn haar dat net als Milla’s in strengetjes-a-la-hippie is gevlochten. Dan snap ik dat hij dreadlocks bedoelt. Op zijn Malawiaans afgekort tot dreads. “Wat bedoel je met Babylon cannot study rasta?”. “Slechte mensen kunnen nooit goede mensen worden. Komt van een song” Moet je maar snappen als buitenlander! En waarom dit op zijn winkeltje moet prijken?? Ze mogen dan wel wat Engels spreken, de Afrikaanse gedachtengang is totaal anders. Trouwens, de spreuk is ook niet voor buitenlanders bedoelt, dus wat zeur ik.

Ik loop weer terug. De minibusjes en de fietsen hebben weinig te doen, de markt ligt immers stil. Af en toe word ik aangesproken “Hello, mádám, how are you?” “I am good and you?”, is het standaard antwoord dat verwacht wordt. Dan volgt “where are you going?” Ik heb ontdekt dat het meest effectieve antwoord is “home, here Katoto.” Ik ben geen buitenlander-op-bezoek maar woon in de wijk Katoto en ben dus niet echt interessant. Dan word ik met rust gelaten.
De eerste vuurtjes worden al weer aangestoken.

Het invalide pupje is bijna niet te onderscheiden van broer of zus. Ik bind het een stukje zwart tape om. Zijn achterlijfje is slappig. Hij loopt, maar daar is het mee gezegd. Het is afwachten of het nog bijtrekt. Hij doet me denken aan de kleermaker. Hij kan bij lange na niet tegen zijn siblings op en krijgt dus altijd als laatste te eten. Als hij zo blijft, zal hem geen lang leven beschoren zijn. Het leven is hard in Afrika. Er is geen ruimte voor de zwakkeren, mens of dier.

Mozes gaat de bumperophanging van de auto repareren. Is een kwestie van de plastic verbindingsbeugel weer correct in te klikken. O jee, ik zie een stuk er van afspringen als hij met een schroevendraaier de beugel probeert los te krijgen. Te laat, kan je dus wel vergeten. Ik doe alsof ik het niet zie en laat hem verder prutsen. Kwartiertje later komt hij “Jaa, this is the problem. Ik kan proberen het te lijmen….”. “Dat gaat niet lukken, de lijmoppervlakken zijn te klein en de spanning erop te groot. En je kan het ook niet verstevigen met een ijzerdraadje want dan schuift de bumper er niet meer in. Maar jullie Afrikanen kunnen alles repareren. Je vindt vast wel een oplossing.” Zelf zou ik niet weten hoe, anders dan een nieuwe verbindingsbeugel. Die is uiteraard niet voorhanden en is waarschijnlijk niet te krijgen in Mzuzu waar de autohandel nog niet tot bloei is gekomen zoals in Lilongwe.

Er komt weer meer lawaai vanuit richting stad, het geluid van een aanzwellende menigte. We horen schoten Ik ben nieuwsgierig maar laat mijn lunch er niet voor lopen. Noa gaat weer kijken. Mozes is al een tijdje weg. Tegen 1 uur lijkt het weer rustig te worden. De poort piept open. Noa en Mozes komen terug. Mozes zonder beugel natuurlijk. Als hij mij ziet, pakt hij de kapotte beugel en zegt “Jaa, ik ga het maken, ik ga superglue halen.”
“Goed idee maar dat kan je niet over het zand heen lijmen. Het moet eerst goed schoongemaakt, ontvet en drooggemaakt worden.”
“Jaa, ik ga het nu schoonmaken.” Hij lacht even breed als altijd.

Het zal een wonder zijn als het hem lukt de bumperophanging te fixen.

Zei iemand iets over vertrouwen hebben?

Satiel zou me bellen vandaag. Mooi niet. Die heeft zijn hoofd zeker ook bij de demonstratie. Ik stuur hem een berichtje of we met de boekhouding verder kunnen. “Het is nog onrustig. De politie schiet met traangas. Zodra het OK is, kom ik”. ‘Je loopt achter met je info, jongen’, denk ik ‘ik heb ook geen zin in die saaie boekhouding’. Ik ga een dutje doen.

Je gelooft t of niet, Mozes komt met een slim met ijzerdraadjes bijeengeraapte verbindingsbeugel. Hij wil nog een ander foefje uitvoeren om een gescheurde verbinding te verstevigen. Ja prima jong, ga lekker je gang. Komt uiteindelijk vast wel goed. Geduld is een schone zaak, vooral in Afrika.

Ik rijd naar het SMART centrum, voor een verzetje. Paar mailtjes eruit, blog geplaatst.

Eindelijk dan een babbel met Mary Coyn, (72) een Ierse die sinds 2005 met man Harrold (?) een groep meiden onder haar hoede heeft. Zelf heeft ze kostschool achter de rug en dat voelen haar beschermelingen. De meisjes naaien zelf hun uitwasbaar maandverband, ze helpen in de productie van handpompen. Mary stuurt ze naar school en monitort bijna iedere stap die ze doen. Ze is streng maar rechtvaardig. Maar nu begint ze ouderdomskwaaltjes te krijgen. “Ai dearrr”, met haar Ierse accent, “I am gett’n too oold forr tis, I luuk forward to goin’ home,”, verzucht ze met een meewarig gezicht.

Hans heeft het over ene Belg, Jurgen, die voor k20,000 een auto technisch helemaal doorlicht. Dan weet je of je al of niet een goede auto koopt. De Malawianen vertrouwen elkaar onderling niet, en vaak niet zonder reden. Men liegt met overtuiging alsof het gedrukt staat. “Allemaal originele onderdelen meneer.” Niet dus.
We moeten van de Nissan af maar Satiel zal waarschijnlijk wel zijn zin krijgen om het ding in Lilongwe te verkopen. We hebben gewoon niet genoeg tijd om het in Mzuzu voor elkaar te krijgen. Maar misschien beter geen oude schoenen weggooien voordat we nieuwe hebben. Als ik in december (midden in het regenseizoen) terugkom, moet er wel vervoer zijn, motorfietsen of een 4WD. Ik weet nog niet hoe het beste dit aan te pakken. Zal uiteindelijk wel op een kleine 4WD uitdraaien.
Over fietsen gesproken. De verschillende communities in Enyezini hadden gevraagd om een fiets zodat ze hun zieken naar het ziekenhuisje kunnen vervoeren. Toch wel het minste wat er qua gezondheidszorg nodig is, nietwaar?