6 januari zondag

Zoals in de meeste landen in de wereld, is ook Malawi ‘in rust’ op zondag.
Ik mag de Veldman familie ophalen en meenemen naar de baptisten. Een preek over wat het betekent ‘christen zijn’. De goegemeente krijgt flink wat klappen om de oren. Ja ja, dat ben je niet alleen in de kerk, je behoort Hem te volgen, uit te dragen in je hele gedrag, altijd. Met ‘volgen’ bedoelt deze jonge spreker ‘worden als’. Nail on the head. En niet alleen bidden voor het eten of er na, maar ‘onophoudelijk’. Wat hij inhoudelijk daarmee precies bedoelt, zegt hij niet, alleen dat je moet ‘bidden’. Wel krijg ik nog steeds de indruk dat God er voor de mensen is, en niet in de eerste plaats wij voor Hem.
Ik heb de gemeente het mondharmonikaatje dat mijn moeder gekocht had, gegeven. Ben benieuwd of er ooit iemand op zal spelen. Zoals Reinier achteraf opmerkte, zijn Afrikanen vooral goed in percussie en ritmes.

Na de dienst, bij Rianne en Reinier thuis, wordt het best een gezellige, ontspannen boel. De drie kids gaan uit hun dak met de ballonnen die ze gekregen hebben. Guitige Ruben, nu een peuter, in april nog een baby, steelt de show met zijn grappige lachjes. Serieuze Tirza toont ook een verrassend gezichtje als ze uitbundig lacht. Sarah, de oudste van 5, weet al precies hoe ze je kan claimen. Dat wordt dus eindeloos ballonnen blazen, barbie en Sneeuwwitje-jurk bewonderen en verhaaltjes voorlezen over Oma Fluitekruid. En natuurlijk foto’s maken.

Sarah laat trots haar zelfgemaakte poppetje zien. Tirza is ook van de partij.

De volwassenen hebben tijd nodig voor het bereiden van de innerlijke-mens-versterking. Probeer maar eens een serieus gesprek te beginnen met 3 kleine kinderen aan tafel, hoe lief ze ook zijn.
Ik krijg nog wat nuttige tips van Reinier mee voordat iedereen de middag voor zichzelf heeft.
Bij Milla doe ik dus even lekker helemaal nix. Het water en de stroom zijn, zoals vaak zondags, uitgevallen. Ik kan nix, moet nix en hoef nix. Slapen lukt net niet.

Satiel appt of hij de auto kan laten wassen. Echt nog een dagelijks heitje voor een karweitje hier. Voor maar een paar kwacha’s boent een jongeling de lak bijna van de auto af en lapt het hele voertuig van binnen blinkend,…..als je de goeie treft.
“Ja is goed”, app ik terug.
“Ik kom er aan.” Vijf minuten later staat hij voor de poort.
Ik vraag hem wat zijn mening is over Ephraim. Hij is ook positief.
Zodat Ephraim zijn verantwoordelijkheden goed kan uitvoeren, heeft hij een laptop, een smartphone en een motorfiets nodig. “Ah nee, een Yamaha is veel te duur en gebruikt ook teveel benzine,” zegt Satiel. “Een chinese motorbike kopen is veel verstandiger en als die goed onderhouden wordt, gaat het ook best wel lang mee.” Hij weet van wanten, hoop ik maar.
Ephraims persoonlijke situatie is niet makkelijk, ook al laat hij niets blijken. De 100,000 kwacha die hij voor zijn inspanningen deze maand gekregen had, heeft hij aan schoolgeld voor zijn oudste dochter uitgegeven.

‘sAvonds ontmoet ik Amerikaan Chris. Beleefde, voorkomende, glimlachende, staartjesdragende, beschaafde man van rond 35. Thuis is hij veganist maar weet uit ervaring dat je in Afrika beter alles kunt eten wat verteerbaar is. Hij is, voor een maand of 6, docent urban development in rural area’s aan de universiteit van Mzuzu. Ja, precies wat Malawi nodig heeft, stedelijke ontwikkeling op het platteland. Ik begrijp het fijne er nog niet van.
Nou ja, Milla heeft een leuke klant aan hem.