Het gaat in Malawi op z’n Afrikaans natuurlijk: 3 stappen vooruit,
2 achteruit, dus best wel goed. Tja, ik moet mijn verwachtingen naar
de situatie hier bijstellen. Kan hier weinig op z’n Nederlands
doen, zou ik gek en gefrustreerd worden.
Het gaat zoals het
gaat. Wij hebben de klok, zij hebben de tijd.
Kerst 2019 is
intussen voorbij een ook de jaarwisseling. Iedereen nog een goed en
gezond 2020 gewenst.
Langzaam wordt de
ambachtschool werkelijkheid. Eerst maken we er een soort van
modelboerderij van want we hebben 3 ha. grond rondom de school van
een chief, ter exploitatie gekregen.
We willen graag dat de
school in de gemeenschap ingebed gaat zijn en iedereen, zonder
uitzondering, is ‘boer’ , d.w.z. iedereen verbouwt mais en bonen
op een lapje grond vlakbij de woning. Mais wordt 3 x daags gegeten in
de vorm van maispap als ontbijt, maiskoeken (soort van smakeloze
grote dikke maizena klodders) voor lunch en diner met beetje witte of
bruine bonen en lepeltje bonen-/pompoen-/rapebladeren. O ja,
bananen, tomaten en uien en hele kleine visjes en yamwortelen worden
in het dorp verkocht. Kip of geit eten de rijken misschien een keer
per week. Al met al, vreselijk eenzijdig voedsel en diabetes komt
veel (te veel) voor. Men is gek op thee met 5 scheppen suiker en
andere gefrituurde zoetigheid. Mango’s vallen van de bomen en de
exemplaren die niet gegeten worden, rotten weg.
Ik heb geluk, in
de stad (Mzuzu ligt 20 km verder, driekwartier vreselijk hobbelen en
botsen) kan ik eieren, fruit en wat andere groenten kopen. Dankzij de
Indiërs zijn er ook hun kruiden en noten te koop. De ettelijke China
shops verkopen allerlei plastic huishoudspul, zonnepanelen en andere
goedkoop in China geproduceerde goederen.
Terug naar de
school. Gezien de magere en eenzijdige voedselproductie, en
-consumptie waardoor er meer ziekten zijn dan nodig is, willen we de
dorpelingen (en studenten) cursussen geven over biologisch telen en
groenten verbouwen. Geen kunstmest maar koeie- en geitenpoep en
compost. Goedkoper en beter.
Betekent ook dat ik ze moet leren
hoe ze die nieuwe gewassen kunnen verwerken in smakelijke gerechten
binnen hun mogelijkheden. Dat is nog een hele uitdaging want om ze
van hun maiskoeken af te krijgen of te verminderen…..wat de boer
niet kent…..niets is moeilijker dan ingesleten gewoontes te
veranderen. Je herkent het van jezelf wel.
Dieren staan voor
rijkdom. Heb je alleen een kip, dan behoor je tot de armsten. Heb je
een geit of 2, dan klim je de ladder al op. Heb je ook nog varkens of
zelfs koeien, dan wordt je gezien als een rijk en succesvol man.
Samen met de dorpse dierenassistent-van-de-overheid gaan we op
de school ‘modelstallen’ bouwen zodat men kan zien en getraind
worden hoe ze beter voor hun dieren kunnen zorgen. Vooral de varkens
hebben het zwaar hier. Ze krijgen te weinig eten en moeten leven in
kooien op hun eigen drek dat nooit schoongemaakt wordt.
We gaan
konijnen, cavia’s en kwartels introduceren naast de standaard
gehouden dieren. We hebben al 95 fruitboompjes geplant waarvan
sommigen volgend jaar al vrucht kunnen dragen. Dus ik moet ze leren
jam en chutneys maken, fruit drogen, fruit conserveren, hoe fruit in
allerlei gerechten te verwerken en wat er nog maar meer te bedenken
valt. We hebben mango’s, papaya’s, bananen, sinaasappel,
mandarijnen, citroenen, avocado’s (mijn favoriete superfood) en
guaves. Ik ben blij dat ik (meestal) internet heb om lekkere recepten
op te zoeken, als het eenmaal zo ver is.
De tot 3
leraarshuisjes omgebouwde maismolen zijn bijna af. Er was niets mis
met dat maismolenproject op eigenaarschap na. De projectgever had
goed geluisterd naar de mensen en ze een mooie molen gegeven met
kantoortje, waterpomp met zelfs een ‘relax-en-praat’plaats boven
op een termietenheuvel er bij. Niks mis mee, zelfs boven verwachting.
Toen de molen eenmaal draaide, gaf de projectgever de molen aan de
gemeenschap en vertrok. Job prima gedaan. De molen heeft nog geen 2
maanden daarna gedraaid. Een of ander probleempje ontstond waardoor
de molen stopte. Niemand voelde de verantwoording het ding te maken.
Na 3 jaar hadden dorpsdronkaards en baldadige jeugd de molen in een
ruïne verandert.
Dat gaan wij dus voorkomen. Vanaf het begin
benadrukken we eigenaarschap van de school. Door het gebrek aan
stevig leiderschap van de chiefs in de omgeving, hoeven we niet op
hen te rekenen. Onze 5 man sterke schoolbestuur moet ik zover zien te
krijgen dat ze gaan vóélen dat de school van hen is én ze zich
verantwoordelijk voelen voor het voortbestaan. In de eerste plaats is
het een leeromgeving en alle aktiviteiten dienen dat als prioriteit
te bezien. In de tweede plaats is het een verdienomgeving…..ten
bate van de leermogelijkheden en dus niet ten eigen bate!! Als ik dát
in de harten van het bestuur kan planten, zodat de school echt een
communityschool wordt, voor en door de community, is de school in
mijn ogen geslaagd. Dan kan ik uiteindelijk, over ….jaren
vertrekken, met de zekerheid dat de school niet in elkaar zakt zodra
ik mijn hielen gelicht heb.
Daarom zit Honour 2 Life niet in
het schoolbestuur. We vervullen niet meer dan een adviesrol, waarbij
ik stiekem wel weet dat men naar ons luistert omdat wij 90% van de
ideeën en 100% van het geld aandragen. Met het voortschrijden van de
tijd, willen we ons meer en meer terugtrekken totdat men echt
zelfstandig is, met de juiste mentaliteit en kennis. We zullen het
zien.
Ik ben erg blij met de piepjonge maar veelbelovende
financial controller. Alfred, een jongen van 22 met zelfdenkende
capaciteiten, kennis en visie, én een overtuigd christen. Hij gaat
de financiën van zowel de school als de organisatie doen. Als hij en
ik dat samen op poten hebben, hoeft hij hoogstens 2 uur per dag er
aan te besteden. De rest van de tijd mag hij zijn hart volgen:
jongeren van zijn leeftijd inspireren dat een vak leren en een
zelfstandig bestaan opbouwen veel meer brengt dan de alcohol waar ze
zich nu in verzuipen.
Verder hebben we Chrissy, onze
adviseuze in vrouwenzaken die net gepensioneerd is van het voortgezet
onderwijs (ze is pas 47 maar heeft 20 dienstjaren erop zitten),
aangenomen als lerares skills 4 life – levenskunsten. Dat is vooral
belangrijk voor de meisjes die in deze cultuur nog steeds als
minderwaardig worden gezien en vooral dienstbaar aan het andere
geslacht. Ze doen het meeste werk op het land, alle huishoudelijke
besognes en zorg voor de kinderen, én runnen vaak ook nog een
businessje er bij. Stuk voor stuk zijn ze superijverig en
-hardwerkend. Ze klagen niet, lijken het zware werk voor lief te
nemen en ik hoor mijn buurvrouwtje regelmatig zachtjes zingen. Het
vrouwtje, van rond de 25 met 2 kleine kindjes, heeft niet eens een
‘keukentje’ of ‘badkamertje’ maar kookt op 3 stenen tegen de
buitenmuur. Als het regent, kookt ze onder haar piepkleine
aanbouwtje. Zo schattig om te zien, hoe ze haar kleintje in de teil
wast.
Ze roept meteen ‘ma-oeka’ (goedenmorgen, hoe gaat het)
als ze me ‘s morgens ziet en ik zeg ‘ta-oeka kwariemwe’ (heel
goed, met jou ook?), waarna zij zegt ‘yewo’ (dank je). De laatste
tijd zeggen er steeds meer mensen ‘ma-oeka mama’ dat een
respectvolle begroeting inhoudt. Moeders en ouderen (gogo’s – en
dat ben ik met mijn wit-grijze lokken), worden met respect benadert.
Oh, moet je even wat tussendoor vertellen. Mijn pup,
Naäma (betekent lieflijk, gracieus) van goed 2,5 maand oud. Nu een
echte speelse dondersteen en ze is super intelligent. Voor een usipa
(gedroogd klein visje) gaat ze zitten. Als ze iets wil, gaat ze nu al
zitten. Meestal wil ze eten of aandacht. Lekker spelen. Jack, mijn
‘chauffeur in training’, heeft een bal voor haar gemaakt, maar
zodra het nieuwtje er af is, keert ze weer terug naar mijn sandalen
kauwen. Ik heb een paar lange spijkers in de muur geramt om mijn
schoenen aan op te hangen. Bezoekers worden gewaarschuwd voor haar
scherpe tandjes en krijgen een paar muurspijkers aangewezen voor hun
schoenen. Geen modderschoenen binnen svp. Ik neem haar nu niet meer
overal mee naar toe. Ze kent de omgeving en moet zich maar redden als
ik weg ben. Sodemietertje heeft al 2 keer een vis van de markt gejat,
waarna het verkoopstertje hevig protesteerde en ik het visje moest
betalen. Ik heb gezegd dat de hond inderdaad mijn verantwoording is
en ik de visjes betaal maar zij moet er de volgende keer voor zorgen
dat ze de diefstal voorkomt. Van nu af aan betaal ik niet meer voor
die, voor Naäma heerlijk ruikende verleiding, die op de grond voor
het grijpen ligt. Madam is prima in staat de hond weg te jagen. Naäma
draagt een cellotapehalsbandje “Naäma, ntsjéwe ya mzungu” –
hond van de blanke. Iedereen lacht zich naar om dat bandje. Als ze
weer eens op rooftocht uit is en ik zie haar, til ik haar op en neem
haar mee. Een hondenlijn is nog zo’n rare mzungu uitvinding. De
meeste Malawiërs zijn bang voor honden. Vind je het gek, men geeft
ze geen eten dus roven de broodmagere dieren hun kostje bij elkaar.
Als ze dan getrapt of weggeslagen worden laten ze hun tanden zien en
grommen angstig, wat als nijdig wordt ervaren. Als ze mij dan Naäma
zien oppakken, begrijpen ze er helemaal niets van. Een keer hoorde
ik, na vertaling van Jack, “relish” (saus/bijgerecht) om mij te
plagen, ook al eet men geen honden of katten.
Als ik haar roep,
komt ze aanstuiven. Ze mag graag bij buurvrouwtje zijn voor
gezelschap als ik er niet ben. Nu slobbert ze maizenapap met visjes
en mislukte yoghurt naar binnen. Haar buikje lijkt op een ballon. Ik
had geprobeerd yoghurt te maken maar daar zit zoveel conserveer- en
verdikkingsmiddel in, dat er niets van terecht is gekomen.
De
meeste mensen hebben ook geen koelingsmogelijkheden. Ik wel….als de
zon uitbundig schijnt. Mijn paneel op het dak voorziet me van
kunstlicht ‘s avonds, laadt laptop en telefoons op en als er over
is de 12Volt koelbox. Dat laatste is echt pure luxe. Daar bewaar ik
de kombucha in die ik ook maak en uitdeel. Kombucha is hier wel
bekend als gewild drankje. En als men een gratis flesje kan
krijgen…..
Verder kook ik op houtskool dat met makkelijkst met
een aangestoken plastic zakje aangemaakt kan worden. Ik ben er nog
niet goed in, maar uiteindelijk lukt het me om het iedere dag aan te
krijgen. De dampen van dat brandende plastic is natuurlijk niet goed
voor je dus zet ik het brandertje bij de achterdeur met de voordeur
open. Dan waait het lekker door en de dampen weg. De meeste huizen
hebben een apart ‘keukentje’ en ‘badkamertje’ buiten. Dat
vind ik onhandig, de hele tijd heen en weer lopen vanwege mijn manier
van koken. Ik ‘douche’ in een van de kamertjes (totaal 4 ruimtes
in dit huis dat bedoelt is als huis voor een politieagent). Een grote
zwarte zak met water er in dat in de zon warm is geworden op het dak
van het ‘badkamertje’, hang ik aan een dakbalk, zet een grote
plastic wasbak er onder en het warme water loopt via een rudimentaire
douchekop uit de zak. Met wat geluk kan ik mijn haar wassen en
genieten van een warme douche. Heerlijk !!
Ineens stroomt mijn
huis vol op zondagmiddag. Chrissy en Tamala zouden me laten zien hoe
zij een cake bakken op een houtskoolvuurtje. Tamala, net zo’n
Martha als ik, begint met het kacheltje aan te steken met heel veel
houtskool. Als de cakemix eindelijk genoeg gemengd, gestompd en
gepuffeld is, doet ze de mix in een gewoon teiltje en gooit ze
brandende kooltjes op een ronde ijzeren plaat. Het teiltje gaat op
het kacheltje, de ijzerenplaat er bovenop. Zo creëert ze onder en
bovenwarmte, net als in een gesloten oven. Ik snap de truc.
De
andere jonge vrouwen zet ik ook aan het werk. Mango’s schillen. We
gaan mangojam maken. En daarna nog gember raspen en in kleine stukjes
snijden voor gekristalliseerde gemberstukjes. Vast oefenen voor de
nieuwe gerechten. Gisteren heb ik al mangochutney gemaakt dat ik
lekker vind maar hier nog onbekend is. Patchoko patchoko, langzaam
aan, dan breekt het lijntje niet.
Het is gezellig en iedereen
gaat met een groot stuk cake naar huis én een flesje kombucha.