30 december, zondagsewandeling over de markt

Ook al hebben Satiel en Bright toegezegd dat ze vanmorgen met mij mee naar de Mzuzu baptistenkerk wilden gaan, levert Satiel de auto bij mij af met de mededeling dat hij naar de Assemblies of God gaat. Ik weet dan al dat ik ze de hele dag niet meer zal zien. Is ook goed, laat ze maar een dag hun eigen ding doen, zijn ze morgen misschien weer fris en fruitig. Ik mag dan bijna dubbel hun leeftijd zijn, mijn energieniveau ligt ook twee keer hoger en lichaams BMI twee keer lager dan de hunne.
Na de 14e januari gaan ze geheid van hun welverdiende rust genieten, terug naar Afrikaanse snelheid.

De bijbelstudie met maar een 10-tal mensen, voorafgaand aan de Engelse dienst, gaat over Jozua 9. Ieder wordt uitgenodigd zijn gedachten erover te delen. Wel mooi. In de grote kerk, aangekleed met witte en lilalinten en –doeken achter het podium, kan op harde houten banken, plaatsgeven aan zeker 300 man. In deze vroege dienst, zijn er zo’n 50. De volgende dienst in lokale taal, zal vol zitten.
Ik zie geen bekenden, ben dus vroeg weer thuis.

Papa,mama houden zich nog slapend. Ik geef Leo en Zion nog een paarballonnen die ik eindeloos voor ze moet opblazen zodat zij ze weerlos kunnen laten, gefascineerd door het pfff-geluid en de onverwachtebochten van de ballon. Hun gezichtjes schitteren, todat de laatstehartjesballonnen geknapt zijn.
Er heeft zich een mooie nieuwezwam gevormd op de kombucha. Ik maak nieuwe nu ik niemand in dekeuken in de weg loop.
Als de volwassenen eindelijk verschijnen, zijn ze beide niet spraakzaam. Ik kan maar beter naar mijn kamer gaan.

Het is pas 12 uur, ik ga lopend op pad, op zoek naar een mooie lap stofdie SureSureKleermaker om kan toveren in een jurk voor me. Heeft hijook weer wat klandizie.
Met de in Nederland al gedownloaddegoogle maps kaart van Noord Malawi, kan ik prima navigeren via deachteraf weggetjes in de stad. Aanrader voor ieder die naar het buitenland gaat.

Aan de weg, voor twee spiksplinternieuwe huizen, staat een even zo nieuw reclamebord in de tuin. Hope Nutrition Services. Wie weet, als ik tijd heb….


Een advertentie op een muur geschilderd, trekt mijn aandacht.

Brutaaltje ik loop naar binnen, benieuwd wat men met opgekochte accu’s doet. Die gaan ze toch niet echt omsmelten? Ehh, nee, die gaan terug naar China voor recycling. Slim, er zijn al zoveel lege containers die hier achterblijven wegens gebrek aan retourvracht. Kan je voor een prikkie opkopen voor een prachtige opslagruimte (en zelfs woonruimte). Dat heeft Tropha Macademia Farm ook gedaan. Het kantoor (12 x 10 m) is bovenop een viertal zeecontainers gebouwd voor goed uitzicht over het terrein.


Ik loop de rustige straatjes door. De meeste winkeltjes zijn gesloten op zondag. Ik heb niet veel last van opdringerigheid, hoewel menig oog me wel volgt. Soms is het ‘hello madam, how are you?’. Afhankelijk van wie het zegt, krijgt men een kort, stug knikje (mannen) of een koele, neutrale blik (tienerknulletjes die daarna meteen aftaaien), een glimlach met “Taonga, I am good, and you?” (vrouwen en meisjes). “I am good also”, waarna ze tevreden (glim)lachend doorlopen. Sexistisch he 😉
Op de indringende roep van verkopers “madam, madam! ” reageer ik met “yayi, yewo”, met afwerende hand, “nee dank je,” dat heel effectief blijkt te zijn. ‘Oh, da’s een buitenlander die hier al langer rondloopt en ons kent’,  schijnen ze te denken.

Een paar gemeentewerkers werken wel op zondag. Ze zijn bezig met regenwaterafvoerkanaal langs een weg. Het wordt goed en effectief aangepakt.

Rijtjes papieren zakjes met handgeschreven kartonnetjes, gestoken in verschillende poedertjes, trekken mijn aandacht.

“Wat verkoopt u?”, vraag ik de jongeling die onder een boompje de schaduw opgezocht heeft.
“African medicin”, al wel aanvoelend dat ik niet ga kopen.
“Mag ik een foto maken?”
Hij knikt, zij het niet toeschietelijk. Hij heeft het liever niet maar je kan geen nee zeggen tegen een mzungu….

Een ordentelijke rij mensen is geduldig aan het instappen in een nieuw ogende touringcar met ‘Sososo Coaches’ op de zijkant en ‘Glory be to God’ op de voorruit. Het is een lijnbus tussen Mzuzu en de hoofdstad Lilongwe en verder naar zuidelijker gelegen tweede grootste stad van Malawi, Blantyre, een reis van 10,5 uur.

Ik kom op de bijna verlaten markt aan die normaliter van alles verkoopt. Ik vind het prima zo, geen gedrang. Een winkeltje dat chitenjes, lappen stof die men als omslagrok gebruikt, is open. De man heeft veel maar toch….., net niet mijn smaak. Ik loop door. Ook al is ‘winkel-in-winkel-uit’ een bezigheid die ik eigenlijk nooit doe, ik ga toch nog een ander winkeltje in. Mijn ogen spotten een ‘effen’ stof, in mijn kleur.

Het verkoopstertje is zo onder de indruk van mijn ‘stofkennis’ dat ik persé haar tante moet ontmoeten. Nou vooruit, ik heb geen haast. Tante blijkt naaister van tassen en zakjes in allerlei formaat en voor ieder denkbaar doel. Ze doet het netjes, keurig gevoerd en ritsen ook mooi afgewerkt. Kleding naaien wil ze niet en ze heeft groot gelijk. Als het in Malawi net zo is als in Burkina Faso, dan beconcurreren de overvloed aan vlijtige jurkennaaisters elkaar zo erg, dat ze nauwelijks er van kunnen leven. Tanzania precies zo.
Daarom ben ik niet zo heel erg happig om naaisters op te leiden op de ambachtschool. Kleding ontwerpen en naaien is gewoon erg moeilijk en vraagt echt heel veel oefening. Ik deed er vier jaar over.

Op het rustige industrieterrein kan ik kiekjes schieten van de kleurige winkelgevels.

Er komen heerlijke geuren uit de ‘Citygrill’, een onooglijk klein ,zwart hutje met geitenspies, gekookt geitenvlees in water, gesneden groenten (ui en halfrijpe tomaten – oeps, giftige tomatine in de groene, lekker laten liggen) en gebakken banaan. Zal ik het wagen? Het duurt nog een lange tijd voordat het avondeten klaar is en ik heb best wel trek. De vliegen op het rauwe vlees negeer ik. De spiesen lijken goed doorbakken. Met een cocktailprikker kan je het voedsel uit een plastic kommetje dat nog nat is van de afwas, dat sowieso nooit afgedroogd wordt, vissen. Ik neem plaats op de betonnen trap van de buurman, wat andere eters ook doen. Gegrilde geit is en blijft taai als Malawianen het bereiden, maar wel smakelijk. De kok-eigenaar is vereerd met mijn komst. Ik maak twee foto’s van hem, gedirigeerd door een toeschouwer die wil dat de kok een spies omhooghoudt. Ik klik braaf en laat de foto’s zien. Hij vindt het prachtig. Tionanenge (tot ziens) zeg ik. Vandaag weer iemand blijgemaakt.

Ik begin te begrijpen hoe dit stukje stad in elkaar zit. Het is niet zo uitgestrekt maar de businessjes zijn klein en heel erg op elkaar gepakt. In de China shop koop ik 15 dikke schriften met ‘hardekaft’, 2 pakjes van 10 pennen, een meetkundesetje en een meetlint van 5 meter. Takondwa Chinula, de onderwijzeres die 13 schoolverlaters voorbereid op klasseassistent zijn, appte vanmorgen dat ze begonnen was met het onderwijs maar dat er een te kort aanmaterialen was.  De onderwijzeres blijkt de vrouw van Mwase te zijn,die ik kende als Melinda. Vind je het raar dat ik in de war raak metal die veranderende namen?
Ik ook niet.

Het is erg warm met een luchtvochtigheid van 75%. Met opgestoken parasol-parapluutje houd ik het wel uit maar ben blij wanneer ik thuis ben, drie uur na vertrek. Niemand te zien. Ik laat stiekem de grote hond los die sinds vanochtend vroeg aan ‘zijn’ boom vastgebonden zit. Zijn ketting is door het om zijn as draaien verkort tot 40 cm. Die is nu weer meer dan een meter. Ook geef ik Sika wat van het hondenvoer dat klaarligt.

Alle honden krijgen tegelijk eten. Zo’n kleine pup legt het finaal af tegen de groten. Toch redt hij zich best goed. Hij is slim, en sterk, heeft zelfs uitgevonden hoe hij zichzelf op moet trekken naar binnen toe. De drempel is meer dan drie keer zijn schouderhoogte. Met een snoekduik durft hij er weer af te springen. Dapper kereltje.

De kittens groeien goed. Ze hebben de oogjes open. Zion vindt ze erg interessant. Hij mag graag bij ze in de doos gaan zitten, meestal bovenop een kitten, die dan krijsend alarm slaat totdat Zion door een van de volwassenen weer uit de doos getilt wordt. Volgende week wordt het kereltje twee.


Behalve balonnen blazen, wil hij graag voorgelezen worden. Hij kiest het verhaal.

Milla’stomaten groeien goed langs de geimproviseerde stokken.