8 april reisje Nkata Bay met studenten

Als je in Afrika wat afspreekt, hoe duidelijk ook, weet je zeker dat het anders uitpakt.
We zouden de 7 vierde jaars plus 1 ouder en 1 leraar meenemen voor een dagje uit naar het dorpje Nkata Bay aan het Malawimeer. Daarvoor zouden we een minibusje voor 10 personen huren. Klip en klaar als een klontje, iedereen was akkoord na uitgebreid overleg.

Wat komt er voorrijden? Een aftands, rokend volkswagenbusje (je weet wel, zo’n hippie ding uit de jaren 70), afgeladen met onze 15 studenten (eentje was ziek en bleef thuis), 2 leraren en 2 ouders. Ik snap het wel, sommigen hebben het Meer van Malawi nog nooit gezien, ook al is het maar op 50 km afstand van Mzuzu. En wie niet bij het vertrekpunt aanwezig zou zijn,  zou sowieso niet meegaan. Take your chances.

3 personen kropen bij mij achterin en rijden maar.

Bij de eerste de beste politie road block mocht de chauffeur al een boete betalen. Bleek dat hij geen toestemming had om mensen naar het oosten te vervoeren, alleen maar naar het noorden. Kan je het je voorstellen? Politie ook corrupt. Hij moest 7000 kwacha betalen (ong. €7,75) maar kreeg een betaalbewijs voor 5000. Zo gaat dat vaak. De politie behoort tot de meest corrupte organisaties in Afrika. Vaak wordt men aangehouden en met een of ander rotsmoesje wordt geld afhandig gemaakt in de trant van “uw lichten doen het niet, u kan kiezen: 5000 betalen zonder bon of 10,000 dokken met bon.” Niet zo vreemd dus dat agenten hele flats bezitten. Vooral Marocco staat er berucht om.

En waar begin je als land om corruptie aan te pakken als juist de handhavende organisatie die dat moet controleren en doorvoeren het meest corrupt is ???

Enfin, vol goede moed, uitkijkend naar ons vooruitzicht, rijden we door. Spiksplinter nieuwe brede weg, asfalt nog supervers (dus glad met die regen), geen belijningen, zigzaggend en op- en neer door het schitterende landschap. Noord Malawi (totaal 18 miljoen en  26 keer zo groot als Nederland) is minder bevolkt dan het midden en het zuiden en nog grotendeels bosgebied en heuvelig. Mooi !!!

Alleen het allerlaatste stukje weg bij Nkata Bay was nog niet klaar. De ‘omleiding’ voerde over zand- en keienzand paden, eigenlijk alleen geschikt voor 4-WD maar het busje en de Nissan klotsten zich er moedig doorheen. Immers, het grote meer wachtte….

Wow, een heus zandstrand en golven. “Kom op jongens, schoenen uit, we gaan zwemmen. Wie gaat mee?’’ riep ik, me realiserend dat ik met broek en shirt het water in zou moeten. Had geen moment bedacht dat er wel een gezwommen zou kunnen worden. Nou ja, het spul is dun, droogt zo.
Ik liet de boel de boel en dook het water in. Záálig. Heerlijke temperatuur en zoet water.

Aarzelend volgenden er een paar, in bh en onderrokje. Toen gingen alle jongeren het water in, net zo genietend als ik. Ik was weer even kind, met de anderen. Verrukkelijke uitspatting.

De ouderen hielden het voor gezien. Ja best joh, bekijk het maar.

De uit Nederland meegenomen voetbal bleek een gouden greep met dank aan Huib. Overgooien naar elkaar in het water, tegen een andere groep. Het ging er soms fanatiek aan toe. Lachén!!
Eindelijk lunch, Malawi stijl natuurlijk. Ik had weer verkeerd gekozen. Een grote klomp kleefrijst, gebakken visje en een lepelvol gekookte zoute bladeren. De eeuwige frisdrank werd weer uitgedeeld. Ze weten al dat ik liever water drink.

Daarna voetballen, de jongens tegen de meisjes. Ikke niet met mijn manke knie. Ik profiteerde van een goed gesprek met de 2 leraressen. De ene was in 1994 afgestudeerd voor onderwijzeres basis school, de andere in 2001 met een extra cursus in 2013. Hoe kunnen deze teachers met hun kennis van gisteren de kinderen van de toekomst onderwijzen? Hoog tijd dat ze bijgespijkerd worden.

Milla had me die ochtend het nummer van Marc Beckett gegeven. Een Zuidafrikaan die biologisch boert een paar kilometer buiten Mzuzu. Devoot christen en super dienstbaar om zijn opgedane kennis te delen met anderen. Het lukte me nu pas hem te pakken te krijgen. Zouden we tussen half 5 en 5 langs mogen komen met het hele stel?

“Hey guys, we gaan over een kwartier weg.” Moe van het voetballen waren ze net aan het afkoelen in het water.

Nat, voldaan en moe stapelden ze zich zonder morren het het krakkemikkige busje.

Marc leek een geschenk uit de hemel. Zijn eenvoudige, effectieve manier van boeren-zoals-onze-voorouders-hebben-gedaan-zonder-kunstmest is absoluut dé weg voorwaarts voor Enyezini. “Ik boer zoals God het bedoelt heeft en wil dat graag aan anderen overbrengen.” Boer met een missie dat naadloos aansluit op onze missie.
Voordat ik vertrek heb ik beloofd dit project verder met hem uit te werken. Fantastisch !!

Ikke dankbaar.

7 april gesprekken met leraren, ouders en studenten.

 

Ik dacht dat het een rustig (shabbat)dagje zou worden. Al met al toch 11 uur in touw geweest.

In de hoop wat diepgaandere gesprekken te kunnen hebben, leek het ons het effectiefs dat ieder van ons (Bright, Satiel en ik) met een groep zouden praten.

Ouders en leerlingen kregen, in twee groepen verdeeld onder leiding van Bright en Satiel, vragen over hun ervaring met het leerlingsponsor project, en wat ze verandert zouden willen zien. Daar kwam uiteindelijk niets wereldschokkends uit.

Mijn gesprek met de leraren was wel erg interessant. In Enyezini Secondary School (overheidsschool) staan 8 leraren voor bijna 400 leerlingen in 4 klassen tot 110 leerlingen per klas. En het leerlingenaantal zal alleen maar toenemen.

De overheid behoort de bijscholing van de leraren te verzorgen. Niet dus. De leraren raken behoorlijk achter op nieuwe ontwikkelingen. Sommigen hebben al 20 jaar niets nieuws bijgeleerd.

Zonder stroom kunnen ze al helemaal niets 21ste eeuws doen, dus zonnepanelen, druppelladers en accu’s moeten er komen. Kunnen ze eindelijk een lamp aan doen. Zo dicht op de evenaar is de nacht bijna net zo lang als de dag. 06:00 uur zon op, 18:00 uur zon onder. Dan zijn de avonden wel erg lang.

Met zonnecollectoren kunnen ze gaan denken over computers en internetaansluitingen en mobiele telefoons die de rest van Afrika al lang heeft.

Er is een chronisch te kort aan leerboeken. Even uitrekenen of een tablet per student niet goedkoper is dan al die (ouderwetse) schoolboeken. Misschien direct importeren uit China? Dat zou een geweldige inhaalslag zijn. Ieder kind kan op zijn eigen tijd, op een zelf verkozen rustig plekje, studeren in plaats van om de beurt in de library op een leerboek te moeten wachten. De schoolboeken zijn online beschikbaar en de library komt op zijn vroegst in juni klaar.

Hoe blijven natuur- en scheikunde lessen hangen zonder iets dat op een lab lijkt? Geen enkele praktijkles is nu mogelijk. Logisch dat de kids een achterstand oplopen.

Dit alles is wel een heel grote uitdaging voor een kleine stichting. Mooier zou zijn als we een MBO school kunnen vinden van ongeveer dezelfde grootte en ze inspireren om studenten hier financiëel te adopteren, met uitwisseling van case studies en een bezoek(werk)reis naar Malawi.

Ik krijg weer veel te doen als ik thuis ben. Of als iemand al een school in gedachten heeft…….

We konden ook de bijgebouwen zien. Het meisjeshostel ziet er vreselijk uit. Er slapen 85 meisjes in 40 bedden van 120 cm breed. Ze hebben geen stromend water, geen eigen kastje, geen koffer om de weinige spulletjes die ze hebben op te bergen. Alles was afgekalfd en vies. Vloeren, muren plafonds kapot. Een gevangenis ziet er luxer uit.

De “keuken” is niet meer dan een afdakje boven een betonnen vloer. De meiden moeten om de beurt koken.

God zij dank dat Plan International een nieuw hostel voor ze aan het bouwen is waar 100 meisjes kunnen wonen. Ziet er heel veelbelovend uit. Wordt voor het nieuwe schooljaar in gebruik genomen. Maar omdat dit eigenlijk niet het werkgebied is van Plan, zullen ze niet meer doen in Enyezini.

De jongens zullen heel blij zijn met het oude meisjeshostel. Veel beter dan urenlang lopen naar school iedere dag waardoor er ook veel verzuim ontstaat.

De leraren wonen iets ruimer maar ook voor hen is het leven zwaar zonder water of stroom. De 2 leraressen hebben soms ook nog een paar studentes in huis door het gebrek aan woonruimte.

Dan iets echt verontrustend.

Het hoofd van de school, Mr. Gwonde, die op mij overkwam als een lacherige kwajongen, liet ons zien wat erosie kan doen. Op nog geen 50 meter afstand waren 4 meter diepe ravijnen ontstaan door het te snel stromend water. En de ravijnen rukten op richting de lerarenhuisjes die er met gemak in konden verdwijnen.

“Geef ons stevig kippengaas en wij, de dorpelingen, vullen de gaten met stenen en bevestigen het gaas om ze vast te houden. Ziet u, wij willen wel werken,” mekkerde het hoofd. Maar ik wist dat deze actie hooguit 1 regenseizoen zou standhouden. De oorzaak ligt hoger op het terrein maar daar heb ik niet voldoende verstand van. De theorie is ervoor zorgen dat er voldoende wortels zijn om de aarde vast te houden en toch het water de ruimte geven. Als het regent is het alsof een zwembad in de hemel wordt geleegd dus moet er een gigantische hoeveelheid water in een keer afgevoerd worden. Lastig en urgent probleem. Ik ga aan alle bellen trekken die ik ken. Als iemand goede ideeën heeft, reageer dan alsjeblieft op astridilse55@gmail.com. Alvast bedankt, he!

6 april Big Meeting Day

Vandaag kregen we een van de belangrijkste dagen van mijn reis voor de kiezen: de presentatie van onze projecten aan de dorps- en regiohoofden, georganiseerd door Satiel en Bright (onze student aan de business school).

Maar voor het zover was moest er nog het nodige ingekocht worden voor de voedseluitreiking aan 50 HIV-besmette mensen. Ze krijgen wel ARVs maar het ontbreekt ze aan de goede voeding om de ziekte niet de boventoon te laten voeren. Bright, onze business student, die in Mzuzu woont en rechterhand van Satiel, had al wel de Likuni Phala (http://www.mmh.mw/what-we-do/likuni-phala) ingekocht. 12,5 kg per persoon maar nog niet de 2 liter zonnebloemolie en 10 zakjes soyastukjes die ze ook nog zouden krijgen. Likuni Phala wordt meestal voor ontbijt gegeten. Het is een met soya en vitamines verrijkt maismeel, lokaal geproduceerd.

Voordat we de auto konden inladen, moesten we bijna een uur wachten totdat de 50 flessen met olie gevuld waren. Ik fluisterde onze businessstudent in dat hij de volgende keer per telefoon de bestelling kan doen zodat het klaar staat als we het op komen halen. Tijdens het wachten toch nog even het dagprogramma af laten drukken. Daarna nog een lading soyastukken de auto inproppen en we konden naar Enyezini toe.

Satiel wees de kortste route aan, maar 12 km. Een leuke weg voor off-road rijden, maar absoluut ongeschikt voor onze keurige Nissan Tiida. Stapvoets, vaak schurend over de diepe erosie-geulen deden we er meer dan een uur over. “Is er geen andere weg?” vroeg ik Satiel. “Jawel, via Ekwendini maar die is 24 km lang en ook maar deels verhard.” “Laten we die dan op de terugweg proberen, zien of het sneller gaat.”

Na 10en naderden we eindelijk het dorp Enyezini, gelegen onder de rotsformatie Jenjewe, een geweldig landmark. Her en der verspreide huisjes van baksteen en glimmende golfplaten. Men produceert zelf bakstenen uit de lokale klei. Deze worden hoog opgestapeld met luchtsleuven ertussen. Als de 3 – 4 meter hoge stapel helemaal bedekt is met 10 cm klei, wordt er een groot vuur onder gebrand, 72 uur lang. Dan zijn de rode stenen gebakken en het dorp weer een paar bomen armer. Gelukkig hoeven ze daar niet heel erg druk om te maken, er staan behoorlijk wat bomen in de omgeving maar ook loert hier de ontbossing. Weer een onderwerp voor village based education. De chiefs weten van wanten. Ze hebben verboden om in bepaalde gebieden te kappen. En een chief tegen zich in het harnas jagen, laat men wel. De chiefs commanderen enorm veel respect in de dorpen. Zo hebben ze ook verboden geiten los te laten lopen zonder herder er bij. Als een onbeheerde geit gevonden wordt, dan wordt deze naar de dichtstbijzijnde chief gebracht en zwaait er wat voor de eigenaar, behalve dat hij zijn geit kwijt is.

Op het ‘schoolplein’ hadden zich al hele groepen verzameld. Men zat in, over het hele plein netjes naast elkaar geplaatste, schoolbanken. Wij moesten in het kantoor van het schoolhoofd komen. We werden voorgesteld aan de aanwezige verantwoordelijken en ik kreeg alvast ieders speech onder de neus geduwd. De speeches bestonden voor en groot deel uit opsommingen van wat er allemaal ontbrak. Ik had niet anders verwacht.

Het feest kon beginnen. Ik werd achter een geel nepbloemstuk geplaatst, als guest of honour. Een voor een kwamen de verantwoordelijken naar voren om hun speech voor te dragen, afgewisseld door een dramastukje van de leerlingen. Al met al best een amusante dag met wel veel ‘opzitten en pootjes geven’.

Het allerleukste vond ik de traditionele dansen die Satiel mooi op video heeft gezet.

Zelfs het allergrootste opperhoofd van het district, Sibande kwam voorbij, ik geloof min of meer toevallig en dat hij overgehaald werd om even zijn gezicht te laten zien. Ik zag een hautain jong ventje van ongeveer 30 jaar oud, ‘statig’ naar onze happening toe lopen. Iedereen stond op en begon langzaam in koor te klappen. De man pakte de microfoon en sprak voor een paar minuten. De toehoorders lachten af en toe, hijzelf glimlachte nu en dan. Toen vertrok hij weer, even ‘statig’ als hij gekomen was, geëscorteerd door twee van de lokale opperhoofden.

Ik vroeg aan Mr. Kaunda, een oudere man, hoofd van de technische school (in wording) of Sibande een wijs man en goed leider was. Hij antwoordde dat dat er niet toe deed, of hij een goed leider was, hij WAS gewoon de leider, zo door zijn stamboom bepaald.

[Men is in Malawi (en vele andere landen, vooral de armere, waar ik geweest ben) erg gevoelig voor status. Als hier de president op stap gaat, wordt hij begeleid door een tiental politieauto’s met zwaailichten. De beste man mengt zich niet met de plebs. Ik vertelde ze dat onze koning en koningin ieder jaar een dag een dienstbare taak op zich nemen en dat onze premier op de fiets naar zijn werk gaat. Ze vielen zowat van hun stoelen in ongeloof (en stiekeme bewondering).]

Het hoogtepunt van de grote happening vandaag was de voedseluitreiking dat als volgt moest verlopen. De village chief Satiel Sibande, pakte de spullen aan, gaf het door aan de chief van de regio (de hoogst aanwezige van het traditionele gezag), die het aan mij door gaf. Ik mocht het dan aan de ontvangers geven. Het werd natuurlijk een rommelzooitje maar het doel werd bereikt.

De aanwezige afgezant van het regionale wettelijke district Mzimba van de overheid, mocht maar een zeer beperkt rolletje spelen. Ik geloof dat de man het ook meer als een plichtpleging zag dan dat ik betrokkenheid zoals de anderen tentoonspreidden bij hem zag.

De chief van de regio, Mbondolo Nkhambule, een oude maar nog vitale man, genoot overduidelijk. Toen de traditionele dansers weer een voorstelling gaven, sprong hij er in zijn te ruim zittend maar keurig driedelig pak, tussen de dansers, pakte een speer van een van hen af en danste vol energie en overgave mee. Geweldig !

In zijn enthousiasme gaf hij mij zelfs een erenaam: Eyebanda, betekend ‘zus van Banda’. Hij kende onze Satiel Banda al die mij vandaag meegenomen had, dus zag hij me als zijn zus. Best hoor. Ik dankte hem voor de verleende gunst. Iedereen vond het een prachtig idee.

Na het hele gebeuren, werd ons select groepje weer naar het kantoortje van het schoolhoofd gelootst. Het was inmiddels ruim over tweeën. De dames van de geitengroep hadden de hele morgen hard gewerkt. Twee geiten waren geslacht en klaargemaakt. Er was voor ruim 200 man gekookt. Zima natuurlijk (de maiskoeken), rijst, geitenlever, geitenvlees en kipstukken werden in overdaad geserveerd. Ik vermoed dat ons groepje van leiders beter bedeeld werden dan de mensen buiten.

Mr. Kaunda, wilde me dolgraag zijn school laten zien. Vlakbij de primary school van het dorp, zo’n 2 kilometer van de secondary school, was door een of andere organisatie een best ruim gebouw neergezet. Tenminste….het karkas stond er en het geld was op. De vloeren, hang-en sluitwerk, stucwerk, water en stroom ontbraken). Of wij het af wilden bouwen zodat zijn vocational training (ambacht) school de minder academisch aangelegde jongeren een vak kon bijbrengen.

Ik heb geen beloftes gedaan, behalve dat ik het voor zou dragen aan het bestuur.

Het was een mooie dag.

5 april Lilongwe – Mzuzu

Wat een ramp is internet hier, in de hoofdstad van het land!! Ik kan niets uploaden, niet bij de mail, zal een wonder zijn als je dit nog in april leest. Zeker omdat in Mzuzu de verbinding nog slechter is.
Ergens moet een bug zitten in mijn systemen van telefoon en pc want ‘hun’ internet doet het wel. De manager van Mutheto Lodge bood aan mijn pc direct per kabel op zijn router aan te sluiten.

Uh uh, no go. Báálen. Maar enfin, ik kan ook geen ijzer met handen breken.

Vandaag de 6 uur lange trip naar het noorden naar Mzuzu, de hoofdstad van Mzimba regio.

De wereld wiebelde behoorlijk in mijn beleving, was nog niet goed genoeg uitgeslapen van de trip van gisteren. Toen de chauffeur aanbood om ons naar Mzuzu te rijden en dan de bus terug te nemen, leek me dat niet zo’n slecht idee “ok, zullen we dan het rijden delen, om de beurt een uurtje of zo?”. Dat leek hem wel een goed plan. Pas nadat ik hem verteld had dat ik een Landrover had gehad, bekend ben met off-road rijden en ook vorkheftruck gereden heb, vertrouwde hij me het stuur van de Nissan met automaat toe.
Er zaten behoorlijk lastige stukken in de weg. Met 100 km per uur moet je bliksems goed uitkijken dat je niet op zo’n pothole klapt of de ‘berm’ meeneemt waar het asfalt afgekalft is met gemene gaten. Ook al was het niet zo druk, tegenliggende vrachtwagens hadden de gewoonte middenop te rijden zodat er eigenlijk te weinig ruimte over was tussen bermgat en tegenligger. Af en toe was het flink op de rem staan om een fietser het leven nog te gunnen.

In totaal hebben we 11 politie road blocks gehad. Ik moest telkens mijn rijbewijs laten zien, de chauffeur niet….

Het laatste stuk reed hij weer. Het landschap veranderde. Het werd groener en heuveliger met meer bomen. De weg begon meer te slingeren. Ik leerde hem waarvoor de D2 en D1 versnellingen waren zodat hij de remblokken kon sparen door op de motor af te remmen. Toen hij het door had, vond hij het zo spannend dat hij bij iedere afdaling schakelde. Als de nieuwigheid eraf is, zal dat ook wel weer meer in balans komen.

We vonden Milla’s huis waar ik via Airbnb een kamer gereserveerd had. Ai, ze was nog in de stad, dacht dat we morgen zouden komen en de kamer was nog bezet, maar ze kwam er aan, even geduld.

Vijf minuten later kwam er een jonge blanke vrouw met lang touwhaar op ons toerennen. Ze verontschuldigde zich nogmaals maar ze zou wel een oplossing vinden.
De grote ijzeren poort naar haar compound knarste open. We zagen puppies, kittens, een klein kind en een jongeling die een steeksleutel als hamer gebruikte op een te repareren onderdeel van een aftanse auto.

Milla, een Finse, woont al 6 jaar daar, getrouwd of hokkend met een hele lange, hele zwarte Malawiaan en had intussen 2 beeldschone jongetjes gekregen. Hun huis was groot en rommelig, gewoon ontspannen Afrikaans. Ze kon wel een kamer voor me klaarmaken maar wel binnenshuis. “Prima. Dan gaan wij intussen even boodschappen doen, een hapje eten en naar Satiels onderkomen”

De poort knarste weer open. We gleden weer naar buiten.

Satiel verbleef vlakbij in Zikomo Lodges. Een commercieel bedrijf dat kamers met badkamers verhuurde. Full stop. Niks meer, niks minder. Een bed, een wc, wastafel, een ‘douche’ en that was it. Super kaal, super ongezellig. De hele compound was volgekrampt met verhuurkamertjes.

We hobbelden heel langzaam terug op een super drukke, gevaarlijke weg. ALLES kriskraste door elkaar heen van gat naar gat. We draaiden de parkeerplaats van de grootste supermarkt de Pricerite op. Daar kon ook mijn telefoon voor het internet herstelt worden. Nou niet dus.

Ik kocht groenten en wat fruit om morgenavond zelf een potje te kunnen koken. Satiel is uitgenodigd. Voor vandaag gingen we naar een resto. De Kips was eigenlijk de enige optie. De lokale restaurantjes waren al gesloten, die opereerden allen rond lunchtijd. De Kips mij denken aan Amerikaans fast food resto. Tip: eet geen pizza in Malawi. Ze zijn beter in het bereiden van het standaard restaurantvoer: gebraden kip of rund met grote frites of rijst.

De ingekochte etenswaar brachten we terug naar Milla’s place. Mijn bedoeling was dat Satiel van daaruit naar zijn onderkomen zou lopen, nog geen kilometer verderop. Maar hij vond het maar niks. Hij vertrouwde die lui niet, was bang dat zijn kostbare auto gestolen of vernield zou worden. Hij liet me een van zijn voorzorgsmaatregelen zien. Een ijzeren ketting, bevestigd onder de motorkap die met een hangslot voorkwam dat de motorkap open kon zodat de accu er niet uitgejat kon worden. Nee, we konden de auto beter stallen bij zijn lodge. Daar zou het veiliger zijn. Dat was goed afgesloten met een hoge poort. En het kon daar ook nog gewassen worden. Ik vond dat hij overdreef, maar vooruit, geven we hem het voordeel van de twijfel, wij weer terug naar Zikomo.

En dus ook weer terug, lopend, naar Milla’s place (wiebelend in mijn geval). Hij kende een kortere route, door de (sloppen)wijk. Satiel escorteerde me keurig terug. Morgen wordt de ‘grote dag’, dan komen alle mensen, die op enigerlei wijze geprofiteerd hebben van de stichting, bijeen. Ik zal er niet onderuit kunnen een woordje te spreken. Ik moet dus nog even een ‘speech’ in elkaar draaien vanavond……:-O

Milla stond te koken. Ik mag haar wel, ze is geen volgzaam gansje maar kiest zelf haar levenspad, ook al vertelde ze dat ‘het leven je overkomt’. Ze was naar Malawi gekomen om samen met een Nederlandse een kaasmakerij te beginnen. Die Nederlandse woonde al 15 jaar hier, had koeien en een lap grond. Door omstandigheden (moeilijk huwelijk, school van kinderen, financiën) besloot die na twee jaar terug te gaan naar Nederland. Het project kwam stil te liggen. Milla had intussen de love of her life gevonden en 6 jaar later bevindt ze zich met 2 zoontjes in een Malawiaans leven.

“Doe maar of je thuis bent.”

“Is goed. Dan ga ik even water koken voor een kop oploskoffie. Jij ook eentje?”
Zo raakten we aan de praat. Schijnt dat er op de weg naar Nkata Bay waar we zondag naar toe gaan met de groep eindejaarsscholieren, een Zuidafrikaans stel zit dat biologisch verbouwt. Ze geven rondleidingen en ook trainingen aan boeren. Ze bewijzen dat die dure kunstmest helemaal niet nodig is om een prima oogst te krijgen. Met die lui móét ik natuurlijk gaan praten.
Milla heeft al haar kaasmakerij spullen nog en ze heeft ook nog ergens de contactgegevens van een buitenlander die de ideale melkgeit voor Malawi heeft ‘uitgevonden’.

Zo te horen een paar prachtige knipoogjes van boven.

Zoontjelief kreeg nog een veeg uit mijn yoghurtpot mee, met kaneel en suiker! (zeker Fins?)
Het water is afgesloten, de hele avond al. Dus niet afwassen en al weer geen douche. Morgen beter.

Het is kwart over negen. Die speech komt morgenochtend wel. Iets in de trant van dat de door God gegeven talenten niet voor jezelf maar voor anderen bedoelt zijn en dat onze visie is betere leefomstandigheden te creëeren door en voor de community. (rentes van microkredieten tbv de school) en liefst effe allemaal nog duurzaam ook.

Hoop morgen een wat minder waggelend hoofd te hebben.