5 januari. Storm en Beroofd

De drie komen me keurig op tijd ophalen om naar Enyezini te gaan, zelfs mét nieuwe binnenband in de reserveband waarvoor ze zeker om 6 uur bij de Kwikfit hebben moeten zijn. Een gekookt scherp varkensbotje was de schuldige, dat liet Satiel me tenminste zien.

We zouden Mark Beckett opvangen voor 8 uur om hem ons een idee te geven waar we het beste de ambachtschooltuin en de houtproductiepercelen kunnen aanleggen. Wachtend op Mark, is mijn eerste vraag “waar is de dichtstbijzijnde waterpomp?”
Achter op het schoolterrein  dat toch zeker 300 x 100 meter is, staat een niet goed werkende pomp, dichtbij een verwaarloosde maismolen. Dat gebouwtje kan omgeturnd worden tot 3 leraarwoninkjes
Nog steeds geen Mark om half 10. De tijd dringt, hij moet om 11 uur doorrijden naar zijn volgende afspraak. Dan toch een motorfiets met Mark en tijdelijke hulp, de jonge Amerikaan Joel.
De ambachtschool komt, landtechnisch gezien, onder de basisschool te liggen. Met lange contour bunds (uitleg), verhogingen op de hoogtelijnen om regenwater af te remmen en in de grond te latenzakken, kunnen we al heel veel winnen.

Eigenaarchief Satiel Sibande, loopt met ons de contouren van het stuk landdat hij voor de ambachtschool over heeft, ruim genoeg voor zelfs het onontbeerlijke jongens-voetbalveld, hetmeisjes-netbalveld en drie praktijkruimtes of dieronderkomens.
Mark raadt aan Mexican Thorn rondom als haag met fikse stekels aan te planten, dat houdt zelfs geiten tegen, als de plant eenmaal wat groter is.

De beste plaats voor de schooltuin zal ten noorden van de verplaatste weg komen, de boomproduktiepercelen op de plekken waar toch niet veel groeit en weinig gebeurt. We krijgen best een goed beeld hoe het hele stuk land ingedeeld kan worden.

Met Patrick young chief, rijden we naar Chintuli, een van de kleinere, geïsoleerde dorpjes nabij Enyezini. We moeten over een brug die ieder jaar opnieuw weggeslagen wordt door het regenriviertje Mspazi, dat in het droge seizoen zo goed als helemaal droog valt. Aan de andere kant van Chintuli, waar toch zo’n 4000 mensen wonen met 400 basisschoolleerlingen (cijfers kloppen volgens mij niet), stroomt ook een regenrivier waardoor het dorp een paar maanden per jaargeïsoleerd is en de kinderen niet naar school kunnen. Daarom bouwen we er een schooltje. De twee lokalen zijn bijna af. Wiseman is er aan het schilderen. De vloer, het schoolbord, de ramen en deuren moeten nog. Plastic stoelen worden vanuit de verte aangedragen. Ik zie debui al hangen….er gaat om meer steun gevraagd worden. Op de ondergrondvloer van gebroken bakstenen worden de vier stoeltjes neergezet. Dan verschijnt ineens de pastor van de CCAP waar ik gefilmd heb, met zijn vrouw. Hij vraagt om precies dezelfde dingendie wij ook al gezien hadden waar de gemeenschap behoefte aan heeft. Ik beloof de filmpjes en foto’s en de links naar zijn vrouw Mathilda die een mailadres gaat openen, te sturen.

Ik vertel de voorganger, keurig in zwart tenue met wit boordje, dat we voor de geïsoleerde dorpen een min of meer gesloten kredietsysteem willen opzetten zodat de gemeenschap zelf aan zijn school bouwt.

Er dreigt onweer. Er wordt haast gemaakt. Hup de auto in. Ik zie het wankele bruggetje al voor me met gladde, steile aan- en afrit…..Maar snel gaan, voordat de storm op zijn hevigst is. Maar… we stoppen na 200 meter. De lunch is klaar.
In een, best wel ruime maar donkere kamer, zonder enige versiering aan de vuile, afgebrokkelde wanden, en dat ook gebruikt wordt als opslag van kunstmest en maisvoorraad, staat een bankstel met heldere kleedjes er over. Ik ga zitten. Krak, ik zak nog verder door de al kapotte zitting heen.Mezelf verontschuldigend, ga ik voorzichtig op het houtje tussen de zittingen zitten. Die houdt mijn gewicht wel. We eten met een man of vijf nsima en kip, zonder groenten of iets anders. Dat er kip op tafel staat is al een grote uitzondering voor de gastvrouw. Zelf eet het gezin waarschijnlijk alleen maar nsima en bonen, zo goed als het hele jaar door. Af en toe wat groente of champignons. Het is nu paddenstoelentijd.

De storm barst los met stevige windstoten, drijfregens, vuur en gedonder. Er verschijnen maar enkele natte plekken op de kamervloer.

Ik realiseer me dat we het optrekje voor ons fruitdroogexperiment stevig moeten maken en goed moeten afschermen voor de drijfregens.

De regen houdt aan maar we gaan toch weg. MamaMasozi gaat mee. Met volgepakte auto glibberen we richting bruggetje. Vlak er voor, zeg ik “Laat me uitstappen, dan maak ik een foto van de auto op de brug in de regen.” Dat schouwspel is nat pak wel waard. Ik stap uit, ben binnen 10 seconden doorweekt en is de paraplu omgeklapt. Ik loop over het bruggetje, draai me om en wil met mijn mobiel een foto te maken. Door het water herkent het mijn vingerafdruk niet. Ik kan het niet eens openen. Satiel stuurt me later een foto van het bruggetje in de droge tijd.

Deregens zijn hier niet te onderschatten (wat ik dus wel deed). Weer wat geleerd. Het regent niet gewoon hard maar door de rukwinden wordt het erg onaangenaam.
We kunnen vanwege de regens niet naar Phutula, een ander afgelegen dorp.

Geduldig wachten we de regens in een kroeg het ‘trading centre’(dorpskern) van Enyezini af. Twee mannen spelen een vliegensvlug spelwaar ik geen snars van begrijp

Na twee uur is de regen bijna opgehouden. We kunnen verder, naar de CDSS. De kilometer lange toegangsweg is ‘vernieuwd’ waardoor de aarde erg los is. Met deze regen erbij, glibberen we in 4WD naar deschool.

Het is te nat om naar de erosiegeulen te kijken maar dat die van de storm geleden hebben, is zeker.
Ik hoor van Mwase dat Chrissy gisteren beroofd is. Ik ga naar haar huisje. Het iele, kleine vrouwtje is nog steeds van stuur. Ze vertelt me het hele verhaal, hoe ze misleid werd door de dief en zijn handlangers. Ik zou, in dezelfde situatie, er ook ingetrapt zijn. De dief deed zich voor als kunstmestverkoper, zijn twee handlangers als medeklanten van Chrissy. Ze heeft er van geleerd om uitsluitend in de winkels zelf haar geld af te geven. Ze kwam er ook achter dat haar nieuwe telefoon weggestolen is. Ahh,grrrr, die boeven!!! Je zou ze wat %^&*()!!!!, weerloze dametjesberoven !!!
“En dat niet alleen, ook de psychologische schade die ik opgelopen heb”, beklaagt ze zich. “God weet het”. Het is goed dat ze haar hart kan luchten. We zullen zien of we het leed wat kunnen verzachten. Al haar spaarcenten die ze in een zak maiszaad en kunstmest wilde stoppen, is ze kwijt. Ze heeft niets meer tot haar volgende salarisdag, eind januari.

Voor de rest van mijn verblijf, slaap ik in de kamer die Milla over heeft in het huis. De nieuwe gast is vandaag gekomen.
Haar tweez oontjes vinden het geweldig. Ze blijven om me heen hangen. Zion heeft mijn sandalen aangetrokken. Een jochie in reuzenschoenen.