29 december sort of Shabbat

We kunnen vandaag maar niet op gang komen. Het is ook Shabbat, moeten we niks.

Satiel gaat er voor zorgen dat chief Satiel Sibande, op wiens grond de ambachtschool staat, volgende zaterdagmorgen met Mark en ons meeloopt om een perceel toe te kennen waarop de eucalyptus en naaldbomen mogen komen en de schoolgroentetuin. De zaailingen kopen we dan van Webster Soko. De gemeenschap moet er voor zorgen dat het gebied omheind wordt zodat er geen vraatgrage geiten in kunnen komen.
Omdat het nu regenseizoen is, kan een eerste groepje leerlingen, onder leiding van een door Mark getrainde sleutelboer de boompjes planten zodat deze na april, wanneer het droge seizoen begint, al een goede start gemaakt hebben.

Het idee om likuni phala aan alle schoolkinderen te geven is erg mooi, maar dat kunnen we op dit moment nog niet sluitend rondkrijgen omdat veel gezinnen nu zelfs nog niet de basisbijdrage kunnen (of willen) opbrengen. De receptuur die we nu zouden kunnen doen, is hooguit een iets verbeterde versie van mais- en soyameel. Het basisvoedsel bestaat al uit maismeelkoeken en soya- of gewone bonen.
We geven de voorkeur aan het opkrikken van het inkomen van gezinnen door ze micro-kredieten te geven zodat men wel kan bijdragen. Patsjoko patsjoko. We moeten niet alles in een keer voor elkaar willen krijgen.

Om de meer geisoleerde dorpen zoals Emazinyeni en Mwenje, en er zijn er nog een paar die weleenswaar onder de invloedssfeer van Enyezini liggen, maar grotendeels zelfstandig draaien, toch een start te geven, draaien we een plan van aanpak in elkaar voor hun kredietmogelijkheden.
Het is al bekend dat we alleen groepen, georganiseerd in V.S.L.-verband (groepje vrouwen dat zelfstandig eigen groepsfinancien beheert) kredieten kunnen toekennen.

1.E.A.S.P.M. Economic Activity Selection Planning Management, zoals Eprhaim het
zo mooi weet te bewoorden, ofwel vaststellen welke aktiviteit aspirant
kredietnemers willen gaan uitvoeren.
2. Train V.S.L.s in
– bijbels goed rentmeesterschap, het geven om en het omzien naar elkaar,
– het stappenplan van de door hun gekozen aktiviteit (indien levensvatbaar),
– financieel bewustzijn,
– verantwoordelijkheid (zelf- en als groep) en verplichtingen,
3. Ken kredieten toe,
4. Monitor voortgang en terugbetalingen,
5. Begeleid de school met het wijs uitgeven van de ontvangen rentes van de
kredieten,
6. Monitor effect van eerste kredietronde en stel bij indien nodig,
7. Beloon beste 20% met nieuw krediet,
8. Herinvesteer overgebleven 80% als eerste krediet, terug naar punt 1.

Er zijn nog een paar dorpen die we nog niet bezocht hebben. Satiel raadt me af om er naar toe te gaan. Men ziet mij, blanke, als een wandelende dikgevulde, openstaande portemonnee. Als ik in een kerk, een gemeenschap, een school of wat dan ook, mijn gezicht laat zien, wordt verwacht dat die portemonnee zich over hen uitschudt. Gebeurt dat niet, dan is men dubbel teleurgesteld. Dus beter dat ik er helemaal niet kom.
Ik dacht juist dat het wel zo beleefd was om even mijn gezicht te laten zien “ik ben je niet vergeten, ik weet dat je bestaat. Geduld alsjeblieft” want de hele regio weet dat Honour 2 Life nu present is.

Vandaag blijkt dat nog 186 boeren niet in staat zijn om voldoende urea te kopen om hun aanplant te bemesten. Oeps, dik gat in de begroting. OK, ik ga er niet over zeuren, kunnen ze krijgen, ook op krediet tot na de oogst, april-mei. Maar zien hoe dat balletje zal rollen.
In onze ogen staat voedselvoorziening nummer 1 op de prioriteitenlijst. Als we het mogelijk kunnen maken om mensen zelf hun eigen voedsel te laten verbouwen, is dat een goed begin.
Geven we de zaden en bemesting gratis, dan zijn we snel uitgewerkt en leren de boeren geen zelfverantwoording of eigenaarschap. Alleen de Liefde van God is gratis en overvloedig, waaronder de zon (warmte en licht), de aarde (voedsel en bescherming), het water en Zijn natuurwetten (de ‘lijm’).

We gaan lunchen. Een soort cafeetje dat tracht een McDonalds uitstraling na te bootsen met plastic stoeltjes, hygienische tegels, kunststof tafels, en trots “Fast Food” op de gevel prijkend. Van het uitgebreide menu, is alleen nsima of rijst (zelfs geen patat) met rund of kip, te krijgen. Het jonge obertje doet zijn best, veegt met een smerige doek de tafeltjes af. Ik hoef de omstandigheden in de ‘keuken’ niet te zien. Het eten smaakt naar niks bijzonders. Ik hoef thuis al geen McDonalds, en in Malawi ook niet meer.