16 december. Kerk en luieren

Malawi is een overwegend christelijk land. Ieder dorp heeft, tot mijn verbazing, tot wel zes kerkjes. De grootste denominatie is de CCAP, ontstaan uit de Schotse Presbiterianen.
Men leeft gemoedelijk naast elkaar maar ik wil niet dat men zou kunnen gaan denken dat ik een voorkeur heb voor een bepaalde kerk. Dus gaan we iedere zondag naar een andere bijeenkomst, uiteraard binnen het Enyezini gebied.

De Assemblies of God heeft sinds 3 jaar een pastor. In die tijd is de geloofsgemeenschap gegroeid van 9 mensen tot 80 gelovigen. Vandaag zijn er 16 in de kerk, inclusief kinderen. De pastor, een nog jonge, aimabele vent, heeft zelf de dakspanten van het kerkgebouwtje in elkaar getimmerd. Het ziet er heel niet slecht uit. De nieuwe golfplaten glimmen nog. Zijn eigen armetierige huisje heeft nog een grasdak dat aan alle kanten lekt. Nog maar 11 golfplaten en 8 spanten te gaan, dan kan hij zijn eigen dak vervangen. Laten we dan maar zorgen dat hij en zijn jonge gezin redelijk droog het regenseizoen door komen.

Na de dienst hangen we wat in het dorpscentrum rond. Lopen naar het frituurstalletje om daar yam, dikke friet, kip en witte kool te bestellen die ik daar zag liggen. Há, groente! Ik ga de kleermaker begroeten totdat een jonge vrouw me komt halen. Ze leidt me naar het veldje voor de kliniek, ik verwacht Satiel en Bright daar te treffen, al blij dat de lunch zo gauw klaar is. Maar nee, de boys zijn nergens te bekennen. Verstopt in een kamertje van de kliniek dat pas gerenoveerd is? Er zitten wel 20 mannen binnen. Ik groet en leg mijn tas op de laatste lege stoel. Verexcuseer me en zoek verder. Misschien niet zo handig of zo gewenst wat ik juist deed, ingegeven door een impuls maar het is zo. Ik loop naar het nieuwe verpleegstershuisje. Daar zitten alleen Patrick, de Young Chief en de voormalige gegadigde van de CCAP voor de theologische universiteit. “Kom, kom, zegt Patrick luid. Dit moet je proeven, is van millet gemaakt.” Een vrouw giet een grauwe vloeistof over in een andere emmer en weer terug.
“Is dat jullie eigen bier?”
“ja, nee, het is geen bier maar wel lokaal gebrouwd van millet. Je moet proeven”, roept Patrick die er al een beetje teveel van gedronken heeft. Ik krijg een viezig plastic bekertje aangereikt, halfvol met het goedje. Ik neem een klein slokje. Proef het goed. Neem nog een slokje. “eehh, ik drink liever water, dat vind ik toch lekkerder.” Het is al goed. Er wordt niet verder op aangedrongen. We babbelen wat. De zachtmoedige ex-theologie gegadigde (het blijkt dat hij toch niet met voldoende credits geslaagd was voor de toelating van de opleiding), zegt wijfelend of ik wel de zondag vier. Ha, hij had onthouden dat ik shabbat vier. Dat is een mooi inkoppertje. Ik lees na Matheus 5:17, Exodus 20:8-9. Ze kijken nadenkend. Patrick sobert al op. Ik vertel waar de zondagsrust vandaan komt. Ah, dat wisten ze niet. Na nog een paar verbanden tussen het Eerste en Tweede Testament, zeggen ze met verbazing en interesse dat ze nog nooit het Woord zo hadden begrepen. We blijven praten en genieten er alle drie van.
Dan worden er schalen binnengebracht. Satiel en Bright zijn nog nergens te bekennen. Met nog een CCAP-non en een gerespecteerd bestuurslid van de CCAP, eten we nsima, kip en gekookte groene bladgroente, zoals bijna altijd.

“Daar staat Bright”, zegt Patrick, naar buiten wijzend. Wat later loopt Bright naar binnen. “Hebben jullie al gegeten?” vraag ik.
“Nee nog niet. Het is bijna klaar.”
Dan komen er weer schalen binnen.
We eten opnieuw. Ik voel me een beetje een oermens, eten als het er is, vasten als het er niet is. Beide gaat me prima af.
“Zijn er nu mensen in het dorp die honger lijden?”, vraag ik. Er wordt geknikt. “Waarschijnlijk wel.” Ik voel me beetje schuldig. Wij hier schransen terwijl anderen de maag écht leeg hebben. Moet ik bijspringen?, vraag ik mezelf af. Noodhulp verlenen? We geven liever een hengel dan een vis. Ik vraag Satiel of hij de meest behoeftigen in kaart kan brengen zodat ze deel uit kunnen maken van het Farmers Emergency Fund en de kerstuitdeling.
Een van de vele problemen in Malawi is, dat veel oude mensen (vooral weduwen), geen kinderen meer hebben omdat die door aids gestorven zijn. Zelfs chief Mbondolo heeft zijn twee kinderen verloren en moet het nu alleen met kleinkinderen doen.
Bright vraagt morgen de HIV cijfers bij het ziekenhuis op over de laatste jaren. Satiel vraagt de chiefs wie de meest hongerigen zijn.
De jongens zeggen dat er zo ontzettend veel mensen zijn die ver onder de armoede grens leven, dat we onmogelijk iedereen met noodhulp kunnen voorzien. We gaan ons er wel op toeleggen deze mensen zoveel mogelijk ‘hengels’ geven als we kunnen.

Enyezini dorpscentrum

Ik ga grasstekjes naar het CDSS brengen. Bright en Satiel vermaken zich wel in het dorp. In de groentuin zie ik een constant en gestaag, helder water gevend pijpje. “Is dat drinkwater uit het boorgat? Ja? Ah lekker! Ik voel me net Gideon”, zeg ik al slurpend tegen Sam Mwase. De tanks zijn vol. Daaruit concludeer ik dat de pomp op zonne-energie constant draait, zo lang die stroom krijgt. De school bezit 10 zonnepanelen die ieder tot 200 wp leveren waarop alleen de pomp om water van boorput naar 6 m. hoge watertanks draait. “Volgens mij hebben jullie overcapaciteit,” zeg ik tegen Sam en opper dat de school eens gaat bedenken hoe ze geld kan maken met overschot aan energie uit zonnepanelen, dan kunnen wij lening geven voor ontbrekende accu.

Mwase zegt dat zich frequent drie weertypes zich in 1 dag kunnen voor doen. Bewolkt en echt frisjes, zonnig en heet, en regen met vaak onweer. Niet zo vreemd dus, dat zoveel mensen last hebben van een snotterneus….hoewel….dat komt meer van slechte weerstand dan van het veranderende weer, denk ik.

Zowaar, het is zondag, dus is er geen stroom. in Mzuzu. Dat gebeurt regelmatig op zondagen. De energiemaatschappij Escom draait dan doodleuk de knop om! Waarom? Geen idee. Er zijn twee grote hydro-electrische energiefabrieken in het land die alle stroom leveren. Wikipedia brengt uitkomst
Maar goed dat de meeste mensen geen vriezer hebben en iedereen toch nog een houtskoolstoofje achter de hand heeft. En dat de inhoud van koelkasten te warm wordt, zal Escom een zorg zijn.