15 april, kerk, lunch bij Reinier en Rianne

Ik haast me om mijn bed te verschonen, alles van de vloer af te zetten en aan te vegen. Dan kan Milla strakjes dweilen wanneer ik weg ben.

We hadden om kwart voor 8 sharp afgesproken zodat we de bijbelstudie voorafgaand aan de dienst nog konden bijwonen. Komt Satiel …en Bright… doodleuk een half uur later. Hij had vorige keer zijn excuses aangeboden dat hij te laat was. Ok, kan gebeuren, vooral met die regen. Hij weet dat ik van punctualiteit houd, hoe lastig ook voor Afrikaanse begrippen. Nu had hij geen echte reden. Ik heb het ze duidelijk laten weten dat ik niét!! happy was. Ben benieuwd of het nu duidelijk is.

Half 9, er staan maar een paar auto’s naast de kerk. Verder is het stil. ‘Zou Satiel dan toch gelijk hebben dat alle kerken om 9 uur beginnen?’, vraag ik me af. Ik loop de brede trappen op, de grote kerkzaal in, ruim genoeg voor 300 mensen. Er staan houten banken-met-rechte-leuning in drie rijen opgesteld, de achterwand en kansel zijn smaakvol versiert met witte, lila en paarse stroken stof. Een klein groepje mensen, vooral blanken, staan net op als ik er aan kom. Ik word hartelijk welkom geheten door de pastor en de anderen en ik schud iedere hand. Ik herken Reinier en Rianne en ook Mark en zijn vrouw Ronel.

We gaan zitten en ons drietal kijkt de kat een beetje uit de boom. Ik heb moeite de pastor te verstaan, er is veel galm in de ruimte. Behalve een dik gezangenboek met bladmuziek is er een dun boekje met herkenbare opwekkingsliederen. De pastor zet krachtig in, de hooguit 20 aanwezigen vallen in. Ik hoor Reiniers bijzondere basstem. Gaandeweg komen er meer mensen binnendruppelen maar met 40 man houdt het echt op.

Mark preekt, over goed rentmeesterschap. Hij benadrukt dat wij mensen, de top van Gods schepping, de verantwoording hebben gekregen om wijs met Zijn creatie om te gaan. Ben het hélemáál met hem eens.

Nog een lied waaronder ieder naar voren mag lopen en zijn gave in een van de twee, met doek omspannen emmertjes met een opening er in, mag deponeren. Iedereen steekt zijn hand in die ene emmer. Ik ben geneigd om de andere, de dichtstbijzijnde emmer te pakken maar doe maar braaf de anderen na.

Satiel had voor de dienst alleen nog ‘groot geld’, een briefje van 2000 kwacha, (€2,25) dat hij eerst wilde wisselen. ‘Echt?’ dacht ik. Ik herinnerde me Burkina waar de pastor moest leven van de gaven van de gemeente en in bittere armoe verkeerde. Men gaf niets of 1 cfa (een tiende van een halve eurocent). ‘Zou dat hier ook zo zijn?’, vroeg ik me af.

Voor nu laat ik het gaan, me niet teveel in de cultuur van een gevestigde orde mengen voordat ik weet hoe de vork in de steel zit.

Ik meen de pastor horen zeggen, ondanks de galm, “als er nieuwe bezoekers zijn, wil ik ze uitnodigen naar voren te komen en zich voor te stellen”. Hij kijkt ons zogenaamd niet direct aan. We reageren niet meteen. “Je mag naar voren, vertellen wie je bent”, fluistert Rianne die voor me zit.
We staan op, lopen naar voren, staan netjes in een rij, ik tussen Satiel en Bright in. We zeggen onze namen en in het kort wat we hier doen. Bright zegt dat hij uit Enyezini komt. O ja??

De senior pastor (of weet ik veel wie hij precies is) in te slobberig, licht gekleurd zomerpak, nodigt ons uit om na de dienst in zijn kantoor te komen om het gastenboek te tekenen.

Er wordt nog kort nagebabbeld en ieder gaat zijns weegs, ong. anderhalf uur na het begin van de dienst. Al met al een kerkdienst zoals alle kerken in het buitenland waar ik ooit geweest ben.

Ik denk dat de gemiste bijbelstudie het interessants geweest zou zijn.

Satiel zegt dat familieleden er achter zijn gekomen dat hij in Mzuzu is, dus móét hij ze wel bezoeken. ‘Komt goed uit’, denk ik. “Yes, I understand, you cannot pass them by.” Bright gaat met hem mee. We spreken af voor morgenochtend half negen bij mij. (Half negen sharp??, we zullen zien)

Ik rijd achter de 4×4 aan. Reinier en Rianne wonen in een huis, luxe voor Afrikaanse begrippen, eenvoudig voor Nederlandse. Het voldoet. Het is gezellig groot genoeg met de 3 kinderen er bij. Ik moet meteen van Sarah, de oudste van 5 een verhaaltje voorlezen. Ze pakt een boekje over potje-training, eigenlijk geschikt voor Tirza van 3, en al door en door bekend bij ze. Op een leuke manier wordt poepen en plassen als een onderdeel van het leven, zonder taboes, op rijm uitgelegd. Ik lees het boekje zo snel mogelijk uit zodat ik me aan de ‘groten’ kan wijden. Die zijn nog bezig met allerlei dingetjes die zo voorkomen in een gezin met 3 kleine kinderen. Sarah, die nu helemaal ontdooit is, troont me het huis door. Ik moet alles zien. Het huis is kindgericht vriendelijk. Heel anders dan Afrikaanse huizen waar kids nooit een eigen plek hebben.

We drinken koffie. Lekker. Met een Hollands koekje er bij. De twee meisjes vragen een centrale plaats. De jongste, Ruben van 7 maand, ligt rustig op zijn dikke speeldeken. Als hij lacht, krijgt zijn gezichtje een bijzonder geinig vrolijke uitdrukking. We praten tussen de kinderbedrijven door hoe Reinier en Rianne in Malawi terecht gekomen zijn en hoe het is om hier een jong gezin op te voeden.

Reinier doet een heus schort voor en verdwijnt in de keuken om een aangeklede broodlunch te bereiden. Voor hem is het de normaalste zaak van de wereld om volledig deel te nemen in alle taken die er zo al te doen zijn rondom de kinderen en het huishouden.

“Ha! Hollandse hagelslag”. Zelfs Goudse kaas is er, heus waar uit Nederland, gekocht bij de Shoprite van de koopjestafel.

Milla kijkt ook vaak op de koopjestafel waar de, meestal buitenlandse, dure dingen zoals dadels, vijgen, buitenlandse kazen, en weet ik wat dies meer zij, soms aangeboden worden.

Met zijn vijven smullen we van de zondagse overdaad. Sarah mag heel erg graag eten en moet een beetje afgeremd worden. Tirza is gek op eieren. Grappig te zien hoe we allemaal onze eigen-aardigheden hebben. Ik kom op mijn praatstoel. Vertel over de christelijke geschiedenis, het ontstaan van zondagsdiensten en christelijke feesten en waar ik terecht gekomen ben na mijn gebed van “Vader, leidt mij terug naar Uw waarheid, niet wat mensen er van gemaakt hebben”. Ik houd het, voor mijn doen 😉 rustig. Heb het over de keuzes die we, de mensen, moeten maken als we op een gegeven moment meer kennis opdoen. Blijven we traditie volgen of kiezen we voor wat we lezen in de bijbel? We zijn toch verantwoordelijk voor de keuzes die we maken…en die we nalaten?

Het blijft gezellig. De kinderen leiden af en toe af.

Ik was af, samen met Sarah. Pappa mamma drogen af en ruimen op. Ook hier hordes kleine miertjes die echt óvérál inkruipen, tot en met de koelkast toe.

Tegen tweeën wordt het tijd het gezin hun zondagmiddagrust te gunnen. Kwaliteittijd samen is kostbaar.

Mijn kamer is weer fris. Ik ga lekker op mijn gemakkie blog schrijven.

Tegen half zes begint de schemering. Binnen een half uur is het pikkedonker. Teken dat we niet ver van de evenaar af zitten.

Milla klopt op de deur. “Het eten is klaar”. Heerlijk, ik hoef maar op te scheppen. Niks geen gedoe met koken of afwassen. Ik speel nog paardje rijden met Leo die van wilde spelletjes houdt en neem Zion een beetje in bescherming tegen zijn grote broer. Papa Noah lijkt het leven grotendeels langs zich heen te laten gaan.

Milla wil graag mee als ik een keer naar Grace, een van vrouwen van de tea party, toe ga die me uitgenodigd had. Grace woont in Ekwendini en Milla heeft zelf geen vervoer. Misschien gaat het morgenmiddag lukken…..??